6 G A D Z A N I). Veel spoediger dan men verwacht zou hebben van een parochie van wier ijver voor de Hervorming voorheen zoo weinig was gebleken 1)hebben, nadat Prins Maueits Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen in 1604 aan de zijde der Staten-Generaal had ge bracht, die van Cadzand moeite gedaan om ten huilnent een Hervormde kerk te vestigen. Waarschijnlijk heeft met zulke pogingen in verband gestaan de verklaring, op 14 Juni 1605 door de voornaamste ingezetenen ten overstaan van het Vrije van Sluis afgelegd, dat het geestelijk goed hunne kerk aankomende met inbegrip van de tienden voldoende was zoowel tot het on derhoud van een predikant als tot herstelling van het bouwvallige kerkgebouw 2). Met zekerheid blijkt van zoodanig streven uit een besluit van het Vrije van Augustus 1605, toen dit college „op het verzoek (der parochianen) om een dienaar des Godde- lijkeu Woords te hebben binnen het eiland van Cadzand" aan de verzoekers last gaf om „de goederen of middelen over te brengen 1) De voorstelling van Nagtglas Zelandia Illustr., II blz. 521)dat de Her vorming te Cadzand vroeg aanhangers vond, en dat de Hervormde godsdienstoefeningen er simls Juli 1567 onder bescherming der Zeeuwsche schepen, die om het eiland kruisten, zouden zijn voortgezet, heb ik wederlegd in mijn opstel over de stichting der Roomsch-Katholieke parochiën te Sluis en Yzendijke in de L8e eeuw NederlArch, ooor kerkgeschiedenisXII blz. 35 vlg). Even verwerpelijk moet het gevoelen worden geacht van een ander schrijver, volgens wien te Cadzand reeds tijdens den religie vrede van 1578 „de Hervormde godsdienst uitsluitend was gevestigd" (Van der Aa Aardrijkskundig Woordenboek VT blz. 211). Want zoo dit juist ware, zou in de notulen van de Vlaarasche classis, die tusschen Januari 1580 en Juli 1582 her haaldelijk te Sluis Oostburg Aardenburg Groede Schoondijke en elders in dezen omtrek bijeenkwam toch iets van het bestaan eener Hervormde kerkgemeente te Cadzand moeten blijken hetzij dat er in gesproken werd van deelneming aan de classicale bijeenkomsten door haar vertegenwoordigers of wel van predikbeurten in naburige nog niet van predikant voorziene gemeentendoor de classis aan haar leeraar opgedragen. Eerst op 2 Oct. 1582, op de vergadering te Breskensver- scheuen de Cadzanteuaren ter classis met het verzoek om een predikant. Onge twijfeld heeft Janssen den toestand naar waarheid geschetst toen hij in zijn Kerkhervorming van Vlaanderen schreef, dat de Roomsehe godsdienst te Cadzand lang schijnt te hebben stand gehouden. 2) Resol. Vrije 14 Juni 1605.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 52