waarmede hier te voren hunlieder priester en koster onderhouden waren geweest" Intusschen want er zouden nog verscheidene jaren voorbij gaan eer te Cadzand een predikant werd aangesteld trok zich de kerk van Sluis de belangen aan van de daar woonachtige geloofsgenooten. „"Men zal (aldus besloot de Sluissche kerkeraad op 2 Juli 1605) die van Cadzand laten weten, dat het Avond maal op den 10 Juli zal gehouden worden, opdat de lidmaten aldaar zich bij tijds voorbereiden en op de bestemde plaatse ver schijnen om het Avondmaal mede deelachtig te wezen" 2). Een anderen keer, op 29 Januari 1606, vond hij goed de heeren van het Vrije te gaan aanspreken „om van hen te vernemen of zij van de Heeren Staten-Generaal gage voor een predikant hadden geobtineerd tot opbouwinge der kerke Christi in het Cadzand" 3), en bij die gelegenheid zal de kerkeraad zeker niet hebben nagelaten deze zaak krachtig bij het Vrije aan te dringen. Eindelijk deden de Staten-Generaal iets om aan den wensch van de Cadzantenaren tegemoet te komenwant toen zij in den loop van datzelfde jaar 1606 aan de beide predikanten van Sluis een jaarwedde toekenden, legden zij dezen tegelijkertijd de ver plichting op, dat zij wekelijks een predikbeurt zouden gaan ver vullen te Cadzand 4). Van dien tijd af hebben nu de Cadzantenaren, gelijk zij ergens zelf verklaren, „alsnu en alsdan eenige predikatiën gehad van de dienaren binnen Sluis, doch met zeer klein gerief en dienst (voegen zij er bij) mits de voorzeide dienaren van Sluis geen zekeren tijd daartoe hebben kunnen bestemmen, en dat zoo door dien de gewone kerkedienst te Sluis hetzelve menigmaal niet lijden kon als door de groote ongelegenheid der plaatsen, die zeer dik wijls door het kwaad onstuimig weder d'een tot den ander niet 1) Resol. Vrije 9 Aug. 1605. 2) Kerkeraadsacta van Sluis 2 Juli 1605. 3) Als voren 29 Januari 1606. 4) Acta classis Walcheren 4 Dec. 1606. Request van de classis aan de Staten- Generaal van omstreeks 27 Aug. 1607.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 53