9
over te komen ter gestelder tijd," verwekte dit „geen kleine erger
nis, onwil en murmureeren te meer overmits zij van verre gekomen
waren ja sommigen zelfs van Breskens, wel 3 mijlen van de pre-
dikplaatse gelegen, sommigen van de Groede ook wijd van daar,
en uit het eiland zelve, waarin de inwoonders zeer wijd en ver
strooid woondenen alsdan zonder predikatie te hooren naar huis
moesten keeren." Waar dan nog bij kwam dat „mits het eiland
groot in het begrijp was de zieken en kranken, die wel goede
vermaningen en vertroostingen van noode haddennu dikwijls ja
den meesten tijd mits dezen extra-ordinairen en onzekeren dienst
van den minister te Sluis ongetroost en ongeleerd moesten ster
ven." Uit aanmerking nu van „den voorzeiden noojl en den
goeden ijver der inwoonders van Cadzand, die voormaals (gelijk
zij beweert) zeer woest en ongeregeld plachten te zijn, [doch]
nu zoo zeer aanhielden om van den wille Gods onderwezen te
zijn en met menigte als men predikte tot het gehoor kwamen,
en alzoo de beginselen zich vertoonden om Christo aldaar een
kerke te bouwen," drong de classis er bij de Staten-Generaal
met nadruk op aan, dat het verzoek van de Gadzandsche ge-
loovigen zou worden ingewilligd
Ofschoon de Raad van State, wiens voorlichting door de
Staten-Generaal werd gevraagd 2), van oordeel was dat in het
verzoek van de classis bewilligd kon worden 3)en niettegenstaande
het Vrije op het laatst van 1607 en in 1608 wederom een goed
woord voor de gemeente deed 4)duurde het echter nog tot op
liet einde van 1608 voor de Staten-Generaal gunstig op de aan
vraag beschikten. Eindelijk, den 6 November 1608, stonden
zij toe dat de Raad van State „een predikant zoude mogen
stellen in het eiland van Cadzand" 5), en in den loop van 1609
aanvaardde zekere Marcus ab Halle, dien de inmiddels be-
1) Request classis Walcheren aan Staten-Generaal van omstreeks 27 Aug. 1607.
2) Resol. Staten-Generaal 27 Aug. 1607.
3) Brief Raad van State aan Staten-Generaal 29 Aug. 1607.
4) Resol. Staten-Generaal 12 Dec. 1607 13 Maart en 17 Juni 1608.
5) Resol. Staten-Generaal 6 Nov. 1608.