10 noemde kerkeraad 1) aan de classis Walcheren had voorgedragen te Cadzand zijn dienstwerk als de eerste in de rij van predi kanten, die er sedert het herdersambt hebben bekleed 2). Ten opzichte van de bezoldiging van den Cadzandschen pre dikant hadden de Staten-Generaal aanvankelijk bepaald, dat zij voldaan zou worden „uit de inkomsten van de geestelijke goe deren in Cadzand" 3), met andere woorden uit de opbrengst van die landerijen en tienden onder de parochie, welke aan de ka pittelen van Sint Baafs te Gent en Onze Lieve Vrouwe te Doornik toebehoorden 4) doch omdat deze beide hun zetel in 's vijands land hadden in Mei 1604 door de Staten-Generaal tijdelijk in bezit waren genomen en onder het beheer gebracht van den daar toe speciaal door hen benoemden ontvanger Mr. Adriaan Ser- LIPpkns 5). Na de sluiting evenwel van het Twaalfjarig Bestand in April 1609, die den vredestoestand herstelde en aan de ka pittelen het volle bezit terugschonk van al hun op Staatsoliën 1) Op 1 Sept. 1608 werd „de gemeente binnen SlHis" door de clas9Ïs geraach- tigd „om in den eilande van Cadzand ouderlingen en diakenen te stellen". Blij kens een resolutie van het Vrije van 12 Nov. 1608 waarin een paar Cadzandsche ouderliugen met nameu worden genoemdhad destijds de benoeming van den kerkeraad reeds haar beslag gekregen. 2) Blijkens de classicale acta van 11 Dec. 1608 werd ab Halle toen schrif telijk door die vau Cadzand en het Vrije voor den dienst te Cadzaud voorgedragen. Hij werd daarop den 19 Maart 1609 préparatoir door de classis geexamineerd en ontving bij die gelegenheid verlof om te Sluis alsmede voor de classis propositién of proefpredikatiën te doeu. Den 1 Juni nadat hij wederom tot genoegen van de classis voor haar had gepropoueerd noodigde deze den Cadzandschen kerkeraad uit om afgevaardigden te zenden om over zijn beroeping te handelen. Daaraan werd op 11 Juui voldaan en, na op 14 Juli 1609 opnieuw te zijn geexamineerd, werd ab Halle tot de evangeliebediening toegelaten en bepaald dat hij .na aan staanden Zondag te Cadzand gepredikt te hebben en twee Zondagen achtereen aan de gemeente voorgesteld te zijndoor een vaD de Sluissche predikanten zou worden bevestigd. 3) Resol. Staten-Generaal 6 Nov. 1608. 4) Het kapittel van Sint Baafs hief in Cadzand 3/4dat van Doornik ty4 van de tienden. 5) Bij resol. Staten-Generaal 23 Mei 1604 was besloten „alle de geestelijke en wereldlijke goederen van personen haar onthoudende in vijauden landen en steden gelegen in Cadzand en daaromtrentdomeinentienden etc. te annotecren en saiseeren", en voor het ontvangen van hun opbrengsten benoemd Mr. Adriaan Serlippens.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 56