13 herstellingen wordt ons eenig denkbeeld gegeven door de op 16 Februari 1612 overgebrachte kerkmeestersrekening, welke de in komsten en uitgaven verantwoordt van de jaren 1609 en 1610. Zij vermeldt posten van betaling aan „een die in Zeeland geweest heeft om billetten te plakken om te besteden zeker metselwerk en timmerage aan de kerk"; aan timmerlieden uit Gent „alzoo zij aannemers waren van het maken van de kerke"; „voor den aanvoer van 13 voer zand en 27 voer kalk" en van over de 1100 stuks dakpannen; voor loon aan iemand uitgekeerd „van de muren af te breken van de kerke omdat zij te hooge waren" voor het „leggen van eiken neuten onder de balken"; voor het aanschaffen van „zeker ijzerwerk aan de kerke verbezigd"waar toe niet minder dan 22 pond Ylaamsch was besteed; voor den inkoop van 7 pond lood; voor het maken van banken en den tuin enz. enz. Uit de rekening valt verder op te maken dat de sacristie of „sanctuarie", gelijk zij daar heet, bij deze gelegen heid insgelijks weeT is opgebouwd en tevens geheel afgescheiden van de kerk zelve. Aan den „roeper" toch van Sluis werd een schelling toegelegd omdat hij geroepen had „dat men de sanctuarie opmaken woude", gegadigden had opgeroepen met andere woorden voor de aanneming van dit werk, terwijl aan een ander voor de werkzaamheden, door hem aan de sanctuarie verricht, een som van 26 pond, en aan een derde eenige schellingen werden uit betaald omdat hij gevoerd had „acht brouwetten" klei om den binnenmuur van de sanctuarie te maken. Voor een deel heeft men toen klaarblijkelijk de sacristie tot kerkeraads- en catechisatiekamer ingericht, want de rekening vermeldt ook een uitgaaf voor het aanvoeren van „een tafel en twee banken en een schapra boven op de sanctuarie." Na het overlijden van ab Halle, die niet te Cadzand zelf maar elders schijnt te hebben gewoond 2), om streeks 1623 3), heeft men tegen de kerk een pastorie aan- I 1) Kruiwagens. 2) Vgl. Boasrus Leven van Hermanns Faukelius in Kist eu Royaards Nederl. Archief voor KerkgeschiedenisIV blz. 232 vlg. 3) Ab Halle moet, blijkens de kerkeraadsacta van Sluis van 29 Febr. 1623, reeds vóór dien datum overleden zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 59