16 de huurprijzen liepen van 4 tot 13 schellingen het gemet dan bevinden wijdat zij bezat in Zuidzande ruim 25in den Vierhonderdpolder onder Cadzand ruim 60, in den thans niet meer bestaande Kerkepolder 30 en onder Sint Anna ter Muiden 5 gemeten. Bovendien had zij een partij land liggen onder Westcapelle in België, waarvan de grootte in de kerkmeesters- rekening niet wordt opgegeven. Altegader moet zijnaar de rekening te oordeelen, omtrent 180 a 190 gemeten in eigendom hebben bezeten Daar kwamen verder nog bij de inkomsten van eenig land toekomende de Sint Christoffelskapel te Zuid zande, alsmede die van omtrent 31 gemeten in den Metteneije- en ruim 17 gemeten in den Adornispolder, onderscheidenlijk toebehoorende aan de kerken van Schoondijke en Groede maar in 1599 door den bisschop van Brugge in vruchtgebruik afge staan aan die van Cadzand, wijl de beide genoemde parochiën sinds de inundatiën van 1583 geheel ontvolkt waren 2). Van al dien grondeigendom bezat de kerk een paar menschen- leeftijden later geen duimbreed meer. Waaruit haar finantieele ruïne voortsproot, vindt men verhaald in een brief van het Vrije aan de Staten-Generaal van Januari 1677. Daar was in de eerste plaats land verloren gegaan. De bezittingen der kerk „bestaande in landerijengelegen in het eiland van Cadzand en eenige weinige daarbuiten (zoo schrijft het Vrije), zijn aanmerkelijk verminderd doordien een gansch polderken, in de 40 gemeten groot, aan deze kerk hebbende toebehoord, door het zand is overstoven en 1) Een bericht van Vincent Oortman, ontvanger van de kerkelijke goederen van Oostburg, aan den Raad van State van 3 Mei 1611, vermeldt dat de Cad- zandsche kerk „tot jaarlijkscb inkomeu het profijt had van 157 gemeten lands binnen den eilande van Cadzand." 2) Zoo wordt medegedeeld in een brief van het Vrije aan de Staten-Generaal van 22 Juni 1612. De Cadzandsche kerk werd in het bezit van deze inkomsten gecontinueerd bij resol. Raad van State van 19 Mei 1611 en voor zooveel die be treft van het land, dat aan de kerk van Schoondijke toebehoorde, nog bij resol. Staten-Generaal 1 Sept. 1615 en bij resol. Raad van State 11 Dec. 1620. Het aan de Groedsche kerk toekomende land in den Adornis zal na de herdijking van de Groede weder aan de kerk aldaar zijn gerestitueerd. Bij resol. Staten-Generaal van 27 Mei 1627 ontving de Groedsche kerk ook het vruchtgebruik van de partij in den Metteneije (Janssen en van Dale, Bijdragen, III blz. 348).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 62