18
door het kapittel afgeslagen, „op pretext (gelijk het Vrije schrijft)
dat zij volgens het plakkaat van Zijne Majesteit van Spanje geen
goederen mochten acquireeren". Daar intusschen de voornaamste
schuldeischer reeds op de kerkelanden beslag had doen leggen en
ze den 26 Juli 1676 voor geringen prijs bij decreet had laten
verkoopen, en het te vreezen stond dat de andere crediteuren
met de nog overgebleven 16 of 18 gemeten desgelijks zouden
doen, „zoodat de kerke, al haar effecten bij middel van decrete
verloren hebbende, meer als de helft van haar schulden zou
blijven behouden", had het Vrije op verzoek van de kerkmeesters
nog pogingen gedaan om met de schuldeischers een schikking te
treffen, „waardoor hun door overneming van al de landerijen der
kerke zoo verre doenlijk kon worden voldaan". Maar deze onder
handelingen waren eveneens op niets uitgeloopen. Om aan alle
moeilijkheden te ontkomen en den schuldenlast af te wentelen,
wisten de kerkmeesters bij slot van rekening geen ander middel
te bedenken dan „al de goederen bij inventaris op te stellen" en
„dezelve in opene vierschare" voor het college van den Vrije
„over te geven en te repudieeren"opdat zij door den zooge-
naamden klerk van bekommerdheden of griffier van desolate boedels
publiek zouden worden verkocht, „om alsdan bij (het Vrije) nopens
de penningen te worden gedisponeerd over de preferentie der-
zelve" in korte woorden gezegd: de kerk voor zoo goed als
failliet te doen verklaren 1).
Alzoo is geschied en in Augustus 1677 al wat de kerk nog
bezat ten bate van haar schuldeischers te gelde gemaakt 2).
NIEUWVLIET.
Naast de Hervormden kwamen zich van omtrent 1626 af in
Nieuwvliet en omstreken verscheidene Doopsgezinden vestigen,
meerendeels vluchtelingen uit Belgisch Vlaanderen, van Waar
schoot nabij Gent, Etiehove bij Oudenaarde en elders 3). „Mij
1) Brief Vrije aan Staten-Generaal 1 Januari 1677.
2) De verkoop heeft ten overstaan van gecommitteerden van het Vrije plaats
gehad op 14 Aug. 1677.
3) Janssen en van Dale, Bijdragen, V blz. 213, 214.