26
In de 18e eeuw echter begon zij te kwijnen. Inkwartiering;
leveranties van paarden, fourage en was dies ineer zij ten be
hoeve van het leger tijdens den Spaanschen successie-oorlog; over
lijden of vertrekken van welgestelde lidmaten; rampen van hagel
slag en dergelijke welke den landbouw, hun eenig middel van
bestaan, troffen 1); leeraars-vacatures, die ten gevolge hadden
dat de predikdienst, schoon de Aardenburgsche leeraar nu en
dan voor hen optrad, „zeer onvolmaakt of gansch niet" plaats
had 2)dit alles bijeengenomen veroorzaakte dat de gemeente
gestadig achteruitging. Omstreeks 1730 was haar ledental, kort
te voren nog 80 tot 90 personen groot, reeds tot op de helft
verminderd3) het was te voorzien dat zij ten doode was ojrge-
schreven. Zij verarmde hoe langer hoe meer, moest in stand
worden gehouden door de liefdegiften van hare Hollandsche en
Zeeuwsche zustergemeentenen bezat sedert 1753 zelfs geen eigen
vasten prediker meer 4). Zij begon hoe langer hoe meer te ver
vloeien, sommigen van de leden begaven zich metterwoon naar
elders, anderen gingen bij de Hervormden of Lutherschen ter
kerke. Wel poogden zij hun gemeente nog eenigermate bijeen
te houden door om de veertien dagen bij elkander te komen om
een gedrukte preek te hooren voorlezen, maar, zeggen zij ergens,
„wij voorzien maar al te klaar dat wij (haar) langs dien weg
niet lang voor haren geheelen ondergang kunnen beveiligen" 5).
Eindelijk gaf, nadat van 1771 af de Mennonieten-leeraar van
Aardenburg er van tijd tot tijd een predikbeurt had vervuld 6),
de gemeente in 1777 den doodsnik. Toen in December van het
1) Circulaire houdende verzoek van vijf broeders der gemeente om een collecte
voor een fonds ter bekostiging van een leeraar met bijgevoegd schrijven van 2
Aug. 1712 Inventaris Archiefstukken Ver eenig de Doopsgezinde gemeente te Amster
dam II blz. 248). Brief van eenige broeders der gemeente aan hun geloofsgenooten
te Middelburg van Januari 1725. (Als voren, blz. 249).
2) Brief van den leeraar der Vlissingsche Doopsgezinden van 8 Juli 1730. (Als
voren, blz. 250).
3) Als voren.
4) Brief van den kerkeraad van 6 Mei 1758. (Als voren blz. 252).
5) Als voren.
6) Doopsgezinde Bijdragen 1889, blz. 116.