33
in het voorjaar van 1636 Haültain en Rottssel opnieuw „een
bestek over van hetzelve werk, hetwelk bij raming (zoo schreven
zij) zou kosten omtrent 1200 gulden", en verzochten tevens van
den Raad „te mogen verstaan of zij met de besteding zouden
voortgaan" 4). Doch klaarblijkelijk zijn de lieeren in Den Haag
voor een uitgaaf, die het twee jaar te voren beschikbaar gestelde
bedrag zooverre overschreed, teruggedeinsd. Zij lieten den brief
van Haültain en Roussei. onbeantwoord en vonden goed hunne
gecommitteerden, eerst op de verpachtingen in Vlaanderen ko
mende, te gelasten „om deze bestedinge te doen ten minsten
kosten doenlijk" 2). Dat is ten slotte geschied en de reparatie
van het lokaal, want meer dan een reparatie kan het naar den
prijs te oordeelen niet geweest zijn, voor 727 gulden gegund 3).
De zuinigheid, in deze zaak betracht, heeft zich maar al te
spoedig gewroken. Reeds in Februari 1644 wendde zich de
predikant met de gemeente opnieuw tot den Raad van State met
het verzoek „om een bekwame kerke te mogen hebben alzoo de
tegenwoordige te klein, zeer oud en vervallende was, en dat op
feestdagen en anders dikwijls vele leden buiten de deur moesten
staan, causeerende hetzelve ook bij tempeest, als men meende
dat de kerk ter neder zou vallen, groote confusie" 4).
Eindelijk werd de toestand zóó onhoudbaar dat de kerkeraad
het besluit nam om een beroep te doen op de goedgunstigheid
van de Staten-Generaal. Den 7 Juli 1651 kwam er bij hun
Hoog Mogenden een request van hem in, waarin hij vertoonde
„dat hun oud kerksken, zijnde maar van vuren planken, zoo
gansch vergaan en ondicht was geworden, dat niet mogelijk was
den godsdienst langer daarin te oefenen, ook te klein door den
aanwas van toehoorders, hebbende te Pinksteren wel 60 a 70
mensehen moeten blijven staan", weshalve zij verzochten „ver-
nieuwinge in steen en vergrootingeen dat nog deze zomer het
zelve mocht gemaakt worden, omdat onmogelijk in den winter
1) Resol. Raad van State 5 Maart 1636.
2) Als voren.
3) Verbaal Vlaanderen Raad van State 1636.
4) Resol. Raad van State 23 Febr. 1644.
Archief 1916 3