38
in het land van den Vrije x) „heeft gestaan in den Osemanspolder
oost van Oostburg disteerende omtrent 3/4 mijls". En, voegt
de schrijver er bij„daar zijn nog relieken van de fondamenten".
Met andere woorden: zoo laat als 1679 was er nog genoeg van
Osemanskerke overgebleven om zijn ligging met nauwkeurigheid
te kunnen vaststellen. Er is dus geen reden om, als wij die op
een kaart van een goede 25 jaar vroeger vinden aangewezen,
aan de opgaaf van den kaartemaker geloof te weigeren. Zulk
een kaart werd in 1653 door den ontvanger der geestelijke goe
deren van Oostburg, Bartholomeus Diericx, aan de Staten-
Generaal overgelegd 2), en op deze zien wij de standplaats van
Osemanskerke duidelijk aangewezen. Gaat men van het punt,
waar de Osemansweg den Groeneweg kruist, langs dezen laatsten
in de richting van den straatweg, die Schoondijke met IJzendijke
verbindt, dan komt men weldra bij een steenen heul of duiker,
welke onder den Groeneweg doorgaat. Aan den oostelijken kant
van deze heul ziet men een watergang, blijkbaar een ouden kreek-
ader, die al kronkelend in de richting van Waterlandkerkje schiet.
Tn den hoek aan de noordoostzijde door dien watergang en aan
den noordwestelijken kant door den Groeneweg ingeslotenniet
ver van laatstgenoemden weg, teekende de vervaardiger van de
kaart een vak met het bijschrift „Noormanskapelle nu vervallen",
merkwaardig genoeg ongeveer in denzelfden omtrek, waar ook
Pourbus, die kort vóór de overstroomingen van 15831585
deze streek in kaart bracht, het dorp Osemanskerke heeft ge
plaatst 3).
Meer dan 60 jaar lang hadden de landen van Schoondijke
gevloeid gelegen, toen men het besluit nam de zee door dijken
in te perken en haar zoodoende een gebied te ontrukken van over
de 4000 gemeten. Nadat op den 22 April 1650 de Staten-
Generaal octrooi van bedijking hadden verleend, werd de polder,
1) Uitgegeven in de Annates de la Société d'emulation de Bruges, Serie III
Tome II, p. 126.
2) Bij zijn brief aan de Staten-Generaal van 22 Aug. 1653 (Archief Staten-
Generaal, LoketkasLoopendenummer 315).
3) Zie de reproductie van Pourbus' kaart in de Annales de la Société de Bruges,
aunée 1850.