49 zonder godsdienst, en'dat men aldaar den Gereformeerden gods dienst behoort op te richten, hetwelk wij ook een christelijk en godvruchtig werk hebbende geoordeeld, zoo is met onze kennisse voorleden Zondag, zijnde den 26 dezes, derwaarts gegaan de predikant Vincentius van het Sas, zijnde de eerste in commissie". Hoe het optreden van de Hervormden door de omwonende Roomsch-Katholieken werd beschouwd, kunnen wij ons gemakkelijk voorstellen: wat slechts korten tijd geleden van wege de Staten- Generaal aan hen zelf als een onduldbare aanmatiging was toe gerekend en metterdaad belet, zulk een inbreuk op de neutraliteit geschiedde nu door hun Hervormde onderdanen zelve! Niets begrijpelijker dan dat zij den predikant, die er op 26 Augustus 1657 de eerste predikatie kwam doen, een allesbehalve vriende lijke ontvangst bereidden. Toen Ds. Vincentius, schrijft het Vrije, daar aankwam „met intentie, om den heiligen godsdienst te plegen ergens in een' scliure, heeft hij bevonden zoodanige partialiteit der Eoomschgezinden dat dezelve schure, daarin dat eerst zoude de dienst worden gedaan, perikel en dreigementen subject was van verbrand te worden; heeft zich derhalven met alle de toehoorders getransporteerd binnen de muren van de oude vervallen kerke, en aldaar met eenige honderden toehoorders den godsdienst gepleegd." Bovendien, zoo vervolgt het Vrije, „is onder de predikatie daar ingekomen de baljuw, schout en dienaars van Watervliet, en haar zeiven onder de toehoorders vervoegende heeft de baljuw na het eindigen van den godsdienst wegens den heer van Watervliet geprotesteerd"; wij hebben ons verplicht geacht Uw Hoog Mogende hiervan te verwittigen, „en alzoo ge vreesd wordt dat lichtelijk in het toekomende tegen dit goede en heilige werk eenige violentie mocht worden gebruikt om hetzelve te beletten, zoo is.ons ootmoedig verzoek dat Uw Hoog Mogen- den believen den Heer van Nooudwijk t), gouverneur van der- zelver kwartieren, zoodanigen ordre aan te schrijven, dat des nood zijnde zulks mocht worden tegengegaan en alzoo bij de predikanten wekelijks daarin rustelijk gecontinueerd tot troost van 1) Den gouverneur van Sluis Wigbold van der Does van Noordwije. Archief 1916 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 95