50
veler zielen, die daar nu al eemge jaren zonder godsdienst hebben
geleefd" x).
Yoor de Staten-Generaal een schoone gelegenheid, zou men
zeggen, om tegenover den geloofsijver van liet Vrije en de pre
dikanten te handelen naar het eigen rechtsbeginseldat zij zelve
in het vorige jaar tegen de Roomschen hadden toegepast, en om
dus in de polders van het Eiland voorshands geen wijziging van
de bestaande toestanden op kerkelijk terrein te gedoogen. Maar
ook bij hen ging ten slotte de natuur boven de leer: zonder
zich om het protest van die van Watervliet, hoe welgegrond
ook, te bekreunen richtten zij, zoodra de brief van het Vrije in
hunne vergadering was gelezen, een aanschrijving tot den Raad
van State „om zoodanige ordre te stellen en voorziening te doen",
dat de Gereformeerde religie in den Oudemanspolder „rustelijk
en vredelijk" mocht plaats hebben" 2). Welhaast ging men nog
een stap verder. Hadden de Hervormden gedurende het zomer
seizoen geregeld vergaderd in de kerkbij winterdag viel natuur
lijk in een ruïne zonder dak of deuren aan geen houden van
godsdienstoefeningen te denken. Om hierin verbetering te brengen
.riepen zij op het laatst van October 1657 de hulp in van de
Staten-Generaal.
Zooals in dergelijke gevallen gewoonlijk plaats vond, waren
het de heeren van liet Vrije, die den wensch bij de hooge re
geering vertolkten. Wilde men, aldus ongeveer schreef het Vrije
op 3 October 1657 aan de Staten-Generaal, de predikatiën in
den Oudemanspolder gedurende den aanstaanden winter voort
zetten, dan was het beslist noodig dat erj opdat men in het
droge zou kunnen zitten, op de muren van de kerk een lichte
kap van hout en pannen werd gezetwij kunnen daaromge
volg gevende aan de smeekbeden van de aldaar wonende Gere
formeerde lidmaten, „die dagelijks door Godes genadigen zegen
merkelijk in getale toenemen", niet nalaten Uw Hoog Mogenden
van dezen toestand kennis te geven en U te verzoeken om zulk
een dak te laten maken. He daarvoor vereischte 30Ü0 pannen
1) Brief Vrije aan Staten-Generaal 29 Aug. 1656.
2) Resol. Staten-Generaal 14 Sept. 1657.