kende geburen 4). Aan een dergelijken toestand kon alleen de vestiging van een eigenvasten leeraar een einde maken. Om dit gedaan te krijgen wendden zich op verzoek van de gemeente die van het Vrije in April 1658 andermaal tot de Staten-Gene- raal 2). Hun voorspraak had in JJen Haag den gewenschten uitslag: nadat de Raad van State het voorstel krachtig had on dersteund 3), schonken de Staten-Generaal in Juni 1658 verlof om op een van 's lands wege uit te betalen jaarwedde tot de aan stelling van een predikant en schoolmeester-voorzanger in den Oudemanspolder over te gaan 4), en nog in den loop van het zelfde jaar 1658 trad Johannes Stüerbaüt bij de gemeente als predikant in dienst 5). Mochten wij afgaan op hetgeen ergens door een Belgisch ge schiedschrijver wordt beweerd, zoo zou de benoeming van een predikant in den Oudemanspolder geen de minste reden van be staan hebben gehad. Wanneer hij er des Zondags den dienst moest gaan vervullen, zegt deze, bracht de predikant uit Yzen- dijke „ettelijke personen mede om te wezen zijn aanhoorders, want op het Waterland woonde te dien tijde maar één Gerefor- meerde" 6). Trots de stelligheid echterwaarmede zij wordt uit gesproken, behoeven wij van die Belgische verzekering niet veel te gelooven. Heeft het Vrije, toen het in zijn brief aan de Staten-Generaal van 23 October 1657 van een aldaar „dagelijks toenemend getal van Gereformeerden" gewaagde, de balans mis schien wel iets geflatteerddat er in de omgeving van den Oude manspolder omtrent November 1656 verscheidene Hervormden waren gevestigd is aan geen twijfel onderhevig, getuige een re quest van dien tijd, waarin niet minder dan 20 Gereformeerde 1) Als voren. 2) Als voren. 3) Resol. Raad van State 28 Mei 1658. 4) Resol. Staten-Generaal 4 Juni 1658. 5) Daar de classis Walcheren gelijk blijkt uit de resolutie van den Raad van State van 1 Oct. 1658 acte van tractement voor hem verzocht met ingang van 1 Augustus 1658 zal hij omstreeks dat tijdstip in dienst zijn getreden. 6) Beaucourt de Noortvelde Jaerboeken van den Lande van den Vrije Brugge 1785 II blz. 203.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 98