OVER DE OPRICHTING VAN EENIGE PROTESTANTSCHE
GEMEENTEN IN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN EN DE
HERSTELLING OF DEN BOUW VAN
HAAR KERKGEBOUWEN IN DE ZEVENTIENDE EEUW
door
Dr. j. de hulltj.
BEESKENS.
Nadat omstreeks 1609 de heerlijkheid Breskens weder was
bedijkt, hebben in den eersten tijd de predikanten van Walcheren
de verzorging op zich genomen van de bewoners, die zich op
den drooggelegden grond kwamen neerzetten. Maar op den duur
ging dit met zooveel bezwaren gepaard, dat die van Breskens
in Mei 1612 aan de Staten-Generaal het verzoek richtten om
ten hunnent een eigen predikant aan te stellen. Hun request
werd door de Staten-Generaal om advies verwezen naar den Raad
van State, die tegelijkertijd order ontving om na te gaan of
er in de plaats al zoovele personen woonden als in het request
stond vermeld en tevens of er geen geestelijke goederen waren,
waaruit men het onderhoud van een predikant zou kunnen be
kostigen t). De Raad van State riep op zijn beurt weder de
voorlichting in van den Raad van Vlaanderen te Middelburg 2)
en als gevolg hiervan zond nu het laatstgenoemde college een
1) llesol. Staten-Geiieraal 2 Mei 1612.
2) Resol. Raad van State 21 Juni 1612.
Archief 1916
1