JAARVERSLAG OVER 1915-1916,
UITGEBRACHT
in de Algemeene Vergadering van 12 April 1916
DOOR DEN SECRETARIS VAN HET GENOOTSCHAP
Mr. W. POLMAN KRUSEMAN.
Geachte Toehoorders
Thans zijn wij weder een jaar verder en onder, maar daarom
nog niet veel wijzer dan toen ik U in 'het vorige verslag over
den geweldigsten aller oorlogen sprak, welke thans de wereld
teistert; nog steeds woedt die geesel der menschheid met onver
minderde kracht voort, zonder dat het einde is te voorzien;
zelfs schijnt het, wanneer wij de uitingen der leidende politici
liooren, dat wij verder dan ooit van den vrede verwijderd
zijn. Ik zal mij dan ook wel wachten ditmaal voorspellingen
ten beste te geven omtrent den mogelijken afloop of het tijdstip
daarvan, maar wensch liever met groote dankbaarheid het feit
te boekstaven, dat ons Vaderland tot dusver voor die bezoeking
gespaard is gebleven en dat dientengevolge ook het Zeeuwsch
Genootschap zijn stillen, vreedzamer» arbeid zonder stoornis heeft
kunnen voortzetten.
In het afgeloopen jaar had het Genootschap het overlijden te
betreuren van een negental leden, t.w. de H.H. Dr. G. van Diesen,
C. P. I. Dommisse, jlir. mr. J. P. P. van der Mieden van
Opmeer, Dr. J. Sasse Az., Mr. L. Stevens, Jlir. mr. Victor de
Archief 1916. a