61 dat haar hnisprediker tot de leden der Muiiicipaliteit, behoort. En 1 Juni wordt hij als statenlid beëedigd. Zelfs Beets, die het beeld van zijn vereerden leermeester met zooveel piëteit geteekend heeft spreekt meer vergoelijkend dan verdedigend over deze periode in diens leven. Toch was Van dek Palm allerminst een volksmenner, die speculeerde op de hartstochten der menigte. De volkstribune was hem een preekstoel en hij bewaarde ook in de revolutionnaire ver gadering al de deftige rhetoriek zijner taal en de plechtstatigheid van zijn priesterlijk gebaar. Vergeten we ook niet, dat hij stond aan het hoofd van een groep erentfeste burgersdie hem gaarne vooral in het begin, de eerste plaats lieten, waarop hij zich, zoowel nu als in latere jaren, gaarne neerzette met de rustige verzekerdheid, dat hem die van rechtswege toekwam. In zijn toespraken hindert ons wel, vooral in zijn mond, het herhaald smalen op de gehate aristocratie, maar treffen ons toch in de eerste plaats zijn gematigdheid en zijn streven naar verzoening „Wij verklaren openlijk en plegtig" aldus klinkt het in zijn Proclamatie „dat wij den Vrede beminnen en Broederschap bij ons niet maar een bloote leus is neen dat wij ze met woorden en daden, met al ons vermogen zullen trachten te bevorderen onze bedoeling is niet te verdeelen, maar te vereenigen niet eene nieuwe partij schap te stoken, maar de overgebleven haat en partijzucht, door het wegnemen van alle billijk misnoegen te dempen; wij eerbiedigen de deugd, en houden de menschenliefde voor de eerste aller maatschappelijke deugden; op het oogenblik dat wij onse vrijheid wederkregen, hebben wij alle gevoelig heid en verbittering afgelegd wij hebben bijkans het geheugen der ons aangedaane beledigingen verloren, en ge voelende hoe noodsaakelijk de eensgezindheid en gemeen schappelijke medewerking voor het algemeen belang zijn, hebben wij eenstemmig verklaard alle wederregtelijke wraak- 1) Leven en Karakter blz. 50 e. v.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 107