63
voorloopig te blijven innemen; maar niet allen, die door de
volksstem werden geroepen, lieten zich de keuze welgevallen.
En nu deed zich een geval voor, dat voor Van der Palm
zeker eenigszins pijnlijk geweest moet zijn. Immers we mogen
niet onderstellendat het hem tot voldoening waszich te kunnen
plaatsen tegenover, zelfs boven den heer M. J. Veth van de
Perre, Heer van Westcapelle enz. enz., die, naar Van der Palm
in zijn „Lofreden" vermeldt, „de eenige overgebleven telg van
dit beroemd en bloeijend geslacht" was, waaruit zijn betreurde
beschermheer was gesproten. Mr. J. Veth van de Perre, Heer
van Westcapelle enz. enz., in de vergadering der burgers van
16 Februari tot schepen gekozen, zou den eed hebben af te
leggen in handen van den voormaligen huisprediker zijns broeders.
Kan het zijn, dat Beets hierop doelde, toen hij in zijn „Leven
en Karakter van J. H. van der Palm" schreef„Wel moest
zijne, ja afgebrokene, maar gedurende ettelijke jaren lang zoo
teedere betrekking tot. eene aristocratische familie hem zwarig
heden doen voorziendaar het niet wel missen kondeof hij zou
hier en daar onmiddellijk tegenover de belangen harer aanver
wanten worden geplaatst, gelijk metterdaad gebeurd is"?
Burger Van de Perre betuigde bereid te zijn, den post
van provisioneel schepen aan te nemenmaar stelde met burger
Lantsheer o. a. als voorwaarde, dat hij tot geen besluiten zou
hebben mede te werkenstrijdig met den eed op de vorige con
stitutie, zoolang die nog niet zou zijn opgeheven, en zijn iegen-
woordigen eed af te leggen in haaiden van den eersten burgemeester
als het hoofd der wettige vertegenwoordigers van de burgerij.
Maar deze laatste eisch kon niet worden ingewilligd. I)e pa
triciër berustte, onder verzekering, dat het alleen was „wegens
den uitdrukkelijken wil des volks en versogt, dit alsoo aan te
teekenen".
Wat moet er op dat oogenblik omgegaan zijn in het hart van
beide mannen, die zich daar plotseling in zoo geheel andere
verhouding tegenover elkaar bevondende jonge democraat den
edelman opvorderend tot den eed van getrouwe naleving zijner
bestuursplichten
Maar de „handige Van der Palm", zooals Prof. Blok hem