67
„Waar hoe tot wat oogmerk zijn wij hier bij
elkander? Gewapende burgers, dappere Franschen, zonen en
dochteren der Vrijheid in een tempel des Allerhoogsten
die thans ook de Tempel der Vrijheid is om een feest
der verlossing, als kinderen des Vaderlands, als kinderen
van den eeuwigen Vader der mensehen te vieren
Vergeeft het mij, Broeders, zoo ik, gereed om de taak mij
opgelegd te volbrengen, door duizende gewaarwordingen,
die ik nimmer te voren kende, door ontelbare en onnoem
bare aandoeningen overstroomd, nog voor een oogenblik
zwijge, om adem te scheppen, en mijne overkropte borst
lucht te geven".
Korten tijd daarna sprak hij in de Vaderlandsche Sociëteit te Mid
delburg over „Volksgunst", een onderwerp, waarover hij spreken
mocht: „Ik vley mij, medeburgers, uit eigen ondervinding te
kunnen zeggen: het is zoet, het is streelendhet is verrukkend de
gunst des volks te bezitten". 1) Maar schoon hij die op prijs stelde,
wijl hij niet, „gelijk de trotsche aristocraat aan het klatergoud van
geboorte, titels of rijkdommen zich vergaapt(e)"vergat hij toch
niet, op het wisselvallige van de liefde der menigte te wijzen.
Op het oogenblik was hij echter nog de gevierde man
Ook buiten Middelburg, in Westkapelle, gaf hij raad en voor
lichting. Het lijkt mij waarschijnlijk, dat hij hier andermaal kwam
te staan tegenover M. J. Veth van de Perrb, die Heer van
Westkapelle was. Onder de handschriften in de Leidsche Uni
versiteit vindt men den volgenden brief, een dankbetuiging van
de „Leeden der Municipaliteit der Steede West Capelle"gericht
aan Van der Palm, die hen had helpen verlossen van het
„ambachtsheerlijk despotisme"
„Mede Burger, Vaderlander!
„Door uwe Kunde Ingeligt, door uwe Talenten bestuurt,
Zegenpraalde het volk, wiens vertrouwen wij het genoegen
hebben te bezitten, tot hier toe over een aan een schakeling
van willekeurige Ambachtsheerlijke Despotieke Regeerings-
formen.
1) De Vriend des Volksn°. 37.