69
als Statenlid werd beëedigd. Den 20en Juli daaraanvolgende
moesten de Staten plaats maken voor de Provisioneele Represen
tanten, waartoe hij eveneens behoorde. Op den 22en April 1796
hielden de Prov. Repr. hun laatste vergadering en kwamen de
Vertegenwoordigers des Volks van Zeeland voor de eerste maal
bijeen. Het mandaat van Burger Van der Palm, die naar
Leiden stond te vertrekken, werd niet vernieuwd. Dien dag woonde
hij de zitting voor de laatste maal bij en nam hij nog deel aan
het onderzoek van de geloofsbrieven der nieuwe vertegenwoordigers.
Ongetwijfeld behoorde hij tot de vocalen der Edelmogenden. Het
ontwerpen van een Concept Provinciaal Regeeringsreglement werd
hem en zijn medeleden C. Visser Cz. en J. H. Appeliüs opge
dragen. De Middelburgsche Courant haastte zich het lijvig rapport,
dat als relatief behoort bij de Notulen van 16 December 1795,
„uithoofde van deszelfs ongemeene schoonheid en belangrijkheid"
aan haar lezers mee te deelen. Reeds de aanhef verraadt den
stijl van Van der Palm en bij onderzoek op het Provinciaal
Archief bleek me inderdaad, dat het geschreven is met zijn wel
bekende hand.
Van zeer bijzondere beteekenis is, hetgeen Van der Palm
heeft gedaan voor de verbetering van het onderwijs in Middelburg.
Nauwelijks had hij zitting genomen als lid der Municipaliteit
of hij werd (24 Aug". 1795) aangesteld als Scholarch, ter ver
vanging van J. H. Schorer.
Schoolmeesters en schoolmatressen waren volgens de ordon
nantie van 26 Maart 1791, vereenigd tot een „schoolhouders-
gilde" onder het bestuur van door hen gekozen „Deken en
Beleeders", terwijl twee Scholarchen, door de Vroedschap be
noemd, met het oppertoezicht waren belast en als Overdekens
van het gilde konden worden beschouwd.
Niemand was het vergund
„school te houden in het heimelijk off openbaar binnen
deze Stad, off derzei ver Ambachten, tot het leeren van
spellen, leezen, schrijven cylferen, de stuurmanskunst,
1) Register ordonnantiën, no 3 (Archief der gemeente Middelburg.)