78 der Representanten, die het verder onderzoek opdraagt aan het „Comité van Algemeen Welzijn". Het Comité gaat dadelijk aan het werk. Een der Vlissingsche berichtgevers (G. Lachteop) bevindt zich juist te Middelburg en wordt onmiddellijk in verhoor genomen. De provisioneele repre sentant, burger Rozeveld Catteau, meldt zich uit zich zelf aan als den man, die op de Volks-sociëteit te Vlissingen iets heeft los gelaten, waardoor het gerucht zijn loop kon beginnen. Het blijkt, dat de vergadering der Provisioneele Representanten als besturend lichaam vrij uitgaat en men haast zich, den Stadsraad van Zierikzee hiervan de geruststellende verzekering te geven op 30 Januari '96, onder dankbetuiging voor zijn „cordaat en on bewimpeld gedrag", waardoor kennis kon genomen worden van het „duistere werk der onruststokers". Toch vindt het Comité, dat het hier niet bij blijven mag: de zaak is zeer gevaarlijk, daar het gerucht alom verspreid is, het geen wijst op achterdocht en algemeen wantrouwen. Dus wordt het onderzoek voortgezet en zullen alle stukken worden gepu bliceerd in de Middelburgsche Courant, waarin, om te beginnen, een oproep wordt geplaatst aan alle Burgers, die nadere inlich tingen kunnen verstrekken. Plet muisje had echter een langen staart. Men vindt in de M. C. van 6 Eebr. '96 een bericht uit Den Haag over dezelfde zaak. Volgens missive van onze ge volmachtigden te Parijs, Blauw en Meyee, zou de Bransche Minister van Buitenlandsche Zaken hun hebben gesproken over de beweerde onderhandelingen van een geheim Comité met den Pranschen ingenieur Peiiregeau. Deze had te Parijs opening van zaken gegeven, maar zijn plannen waren door den Pranschen Minister met verontwaardiging van de hand gewezen en om mo gelijken argwaan in Den Haag weg te nemen, was op last van het Directoire Exécutif aan Noël bericht van het gebeurde ge zonden. Bovendien was Ferregeau ontslagen. Als de Representanten van Zeeland dit vernemen, geven zij aan hun „Extraordinaris Gedeputeerden" in Den Haag opdracht, om uiteen te zetten, hoe de vork in den steel zit. Er zijn geen eigenlijke onderhandelingen gevoerdniet met een geheim Comité

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 124