80
afgedaan; terwijl wij, ten aanzien van de Burgers Van
Sonsbeeck en l'Ange, die, ofschoon geen Leden onzer Ver
gadering zijnde geweest, desniettegenstaande zoo aanmerkelijk
in deze zaak zijn betrokken geweest, en tot derzelver Jus
tificatie in dezeninsgelijks geen zwarigheid makenom te
verklaren, dat de onschuld dezer beide laatstgenoemde Burgers
ten vollen is gebleken".
Inmiddels heeft Zeeland reeds toegestemd in het houden eener
Nationale Vergadering.
Den 4en Bebruari richten de Prov. Representanten aan het
Volk van Zeeland den oproep, om zich uit te spreken over deze
aangelegenheid.
„Wij willen U. L. niet ontveinzen, dat wij in het toe
treden tot eene Algemeene Nationale Vergadering, zelfs op
dezen voorgeslagen voet, nog veel zwarigheden vinden, maar
wij kunnen ook niet verbergen, dat eene scheuring van ons
Bondgenootschap de nadeeligste toneelen van verwarring en
verwoesting kan voortbrengenKiesMedeburgerswaar
GijL. meent het minste gevaar te zullen vindenuwe wil
zal ons een wet zijn".
Het Zeeuwsche volk stemt vóór toetreding. Het vermoeden
is stellig niet ongegrond, dat de geruchten over geheime onder
handelingen met Brankrijk niet zonder invloed gebleven zijn op
dit besluit. En zoo wordt aan de „Extraordinaire Gedeputeerden"
opgedragen, in de Vergadering Hunner Hoogmogenden de ver
klaring af te leggen,
„dat, de zaken zig thans bevindende in dien stand, dat
deze Provincie tot singulariteit schijnt gebragt te zijn, 2)
de Provision. Represent, consenteeren in het daarstellen eener
Algemeene Nationale Vergadering".
Van der Palm en zijn vrienden waren dus bij een „uitdrukke
lijke en satisfactione Resolutie gejustificeerd".
Maar daarmee was niet alle verdenking van hen afgewenteld.
In het 2e deel van de Gedenkstukken der Algemeenx Geschiedenis
1) Midi. Cour. 6 Febr. 1796.
2) friesland had den tegenstand opgegeven.