81
van Nederland van 17951840, uitgegeven door Dr. H. T.
Colenbrander, is opgenomen Blauw's „Mémoire ou rensei-
gnemens sur la Ilollande 10 Dec. 1799", met noten van Pieter
Vreede (biz. 636).
Naar aanleiding van de Proclamation adressée an peuple batave
au nom du Salut Public schrijft Vreede in een noot:
„De aanbieding om Zeeland af te scheiden, door Van der
Palm, Appeliüs, Lambrechtsen en anderen te Parijs gedaan,
overgeslagen".
Verder vinden we in hetzelfde deel een orangistischen brief over
den toestand der Eepubliek, dd. 7 Augustus 1796, waarvan
schrijver en geadresseerde onbekend zijn, maar die behoort bij
de brieven van Willem V aan den erfprins, in welke corres
pondentie echter niet over het stuk wordt gesproken.
Daarin komt o. a. het volgende voor (Colenbr., 2e dl., bl. 931)
„En Zélande on n' en a absolument pas voulut)au point
que lorsque la Hollande poussait cette mesure avec tant de
vehemence, elle a préféré de se donner a la Erance plutöt
que d'y consentir, et lui en a fait faire la proposition, et
la Erance lorsqu'elle a trouvé bon que la Eépublique eüt
une convention, en dénomjant cette proposition au public
a fait en sorte que la Zélande fourmillat de troupes fran-
qaises. Dès lors la Zélande a émis librement son voeu".
Hiervan zegt Dr. Colenbrander in zijn Inleiding (2e dl.
blz. CXIX):
„Verder schijnt Vreede te willen te kennen geven, dat
in het begin van 1796, bij gelegenheid van hun verzet
tegen het bijeenkomen der Nationale Vergadering, door de
Zeeuwsche patriotten zou zijn aangeboden, Zeeland van de
Eepubliek af te scheiden en onder Frankrijk te stellen, om
maar niet in de een-en-ondeelbare Bataafsche Eepubliek te
behoeven op te gaan. Een dergelijke bewering ontmoeten
wij op blz. 931 van orangistische zijde. In de archieven van
het ministerie van buitenlandsche zaken te Parijs is geen
bewijs hoegenaamd voor deze krasse bewering door mij aan-
1) n.l. de Nat. Vergad.
Archief 1917
6