82 getroffen, evenmin in de Archives Nationales. De zaak is dan ook ten eenenmale onwaarschijnlijk Wat de anonymus van n°. 768 bedoelt, wanneer hij zegt, dat Drankrijk zelf de Zeeuwsche aanbieding publiek zou hebben gemaakt, is mij niet bekend. Nergens heb ik een dergelijke denunciatie aangetroffen". Uit hetgeen boven door mij is aangevoerd, mag, meen ik, met grond worden afgeleid, dat inderdaad van eenige aanbieding, om Zeeland aan Drankrijk over te leverengeen sprake geweest is. Toch schijnt het Dransche gouvernement niet onschuldig te zijn aan de denunciatie, die Dr. Colenbiiandeii nergens heeft aange troffen. Immers de Eepresentant Visser, die in de zaak Derregeau betrokken geweest was, verklaart zelf aan het Comité van Alge meen Welzijn, (zie missive van de Prov. Repres. des Yolks van Zeeland aan den Stads-llaad van Zierikzee, d.d. 12 Apr. 1796) t) „dat hij zich ten hoogsten verwonderd hadwanneer hij van onzen destijds extraordinairis Gedeputeerden Lambreohtsen eene Missive ontfing, vragende om elucidatiën over onder handelingen met eenen Dransehen Ingenieur Derregeau ge houden, hebbende tot bijlage een Extract uit de Secrete Resolutie van Hun Hoog Mog., waarbij mentie wierd gemaakt van eene, door de Ministers van Staat te Parijs, aan den Griffier van Hun Hoog Mog. gezondene Missive, houdende directe accusatien van Onderhandelingen, door een Secreet Committé in Zeelandmet de Dransehen Ingenieur Derregeau aangevangenstrekkende om deze Provincie onder het Dransche Gouvernement te brengen, en alzoo verraderlijk van de Republiek af te scheuren; dat dit ontwerp, door het over handigen van eene Memorie, van dien IngenieuT aan den Uitvoerenden Raad, ontdekt was, dan welke dit ontwerp terstond had van de hand gewezen en den Ingenieur van zijnen post ontzet". Het is dus zeer wel mogelijk, dat Blauw en Meyer te Parijs mondelinge inlichtingen van den Dransehen Minister hebben ont vangen, waardoor het dan begrijpelijk wordt, dat Dr. Colen- 1) Opgenomen in de Midd. Cour. van 30 Apr. 1796.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 128