83 brandei), geen schriftelijke bewijzen in de Fransche of andere archieven heeft kunnen ontdekken. Blijkens het indienen van de Memorie stond of trad de „pro jectmaker" Ferregeau inderdaad in relatie met den Franschen minister. Bij de Zeeuwsche patriotten had hij geen willig oor gevonden voor zijn plannen en aanbiedingen. Nu is, dunkt mij tweëerlei onderstelling mogelijk of Ferregeau, op eigen initiatief handelende, heeft de Fransche overheid te vergeefs voor zijn denkbeelden trachten te winnen, of het Fransche gouvernement heeft zijn geheimen agent ver loochend toen het merktedat op den steun der Zeeuwen niet te rekenen viel, en is, om allen argwaan in Den Haag weg te nemen, als beschuldiger der Zeeuwsche patriotten opgetreden. Het schijnt, dat Van der Palm's voorzichtige politieke houding wel eenigszins in twijfel heeft gelaten, welke richting hij toege daan was. Prof. Blok beweert, t) dat „hij zich als voorstander eener federatieve Republiek deed kennen". Beets daarentegen verklaart, dat hij „de eenheid in tegen overstelling van het provincialismus en fcederalismus was toegedaan", en verder: „Tot zijne beginsels behoorde vooral haat aan het provincialismus". 2) Hetzelfde zou men kunnen opmaken uit het slot zijner „Aan spraak en Dankzegging op het feest der Alliantie" „Voltooi Gij zelf, o God, het werk, dat Gij onder ons hebt aangevangendat welhaast onze natie éénom bestuur één en onzer aller harten en werkzaamheden één worden om voor het vaderland het goede te zoeken". Maar indien hij werkelijk voor een overtuigd unitarist te boek stond, is het eenigszins duister, waarom hij tot de samenspre- kingen met Ferregeau werd uitgenoodigd. Hoe het zijmen mag wel aannemendat de zaak-fbrregeau die door tegenstanders sterk uitgebuit schijnt te zijn, geen goed gedaan heeft aan Van der Palm's populariteit. Den 26en December 1795 had de Middelburgsche Cour. reeds gemeld, dat burger J. H. v. d. Pai.m was benoemd tot Hoogleeraar 1) Blok, dl. 7, blz. 110. 2) „Leven en Karakter", blz. 52 en 50.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 129