IX
8o. eene oude afbeelding van den abdijtoren te Middelburg,
aangekocht;
9o. een elftal photographieën van de trapleuningen van een
hoofdtrap (begin 18e eeuw) in het gebouw der Oost-Indische
Compagnie te Middelburg, aangekocht;
lOo. eene interessante oude Eadierung van Hoogenberg uit
het jaar 1573, aangekocht;
11 o. van den heer P. W. Menalda van Schouwenburg, eene
photographische afbeelding van eene schouw in een der zalen
van het O.-I. huis te Middelburg, met eene geteekende afbeelding
van het inschrift in de steenen omlijsting.
„Verder werd door het Genootschap eene ruiling aangegaan met
Dr. 0. Hofstede de Groot te 's-Gravenhage, waarbij door het
Genootschap is afgestaan het afbeeldsel van een geschilderd glas
in het koor der Groote Kerk te 's-Gravenhage, P. Verrijk fecit,
Zelandia Illustrata II bl. 319 (XIb 282), en waarbij het Genoot
schap heeft verkregen de reproducties van werken van de schilders
H. Berckmans (1), P. Bol (2), A. Verdoel (1) en C. de Vos (6),
alsmede van portretten van Karei den Stoute (2), Philips den
Sehoone (1), Karei V met broeder en zusters (1), Isabeau de
Portugal (1), Philips II (1), Maria Tudor (1), Willem I (1)',
Prederik Hendrik (1), Ant Wralaeus (1), eindelijk eene afbeel
ding van eene triptiek te Palermotoegeschreven aan Memling
of van Eyck, alsmede een detail daarvan."
De verzameling handschriften werd verrijkt met een Ex
cerpt uit het Eegister ten Eade der Stad Middelburg, met
alphabetisch register, handschrift in twee deelen door het lid
den heer H. M. Kesteloo te Domburg.
Deze moeitevolle arbeid is een der vele werken van den
geëerden schrijver, welke hem geenerlei stoffelijk voordeel ople
verden, maar hem eene eerezuil verzekeren in de waardeering van
tijdgenoot en nakomeling.
De conservatrice van het munt- en penningkabinet
brengt het volgende verslag uit:
„De aanwinsten van het munt- en penningkabinet zijn in het
afgeloopen jaar opnieuw gering geweest. Doordat, ten gevolge