90 V. (Zie biz. 52/53;. Concept-missive van Baron Fan Lijnden v. BlitterswvjkRepras. clen Eerste Edele van Zeeland, betreffende het beroep van Ds. J. H. van der Balm te Vlissingen, Mei 1791. Gelijktijdig afschrift met opschrift in andere handGezonden aan R. Pensmet brief 1 -Juli 1791 4 blz., fol. Medegedeeld uit de papieren van Mr. L. P. van de Spiegel, in het bezit van den hr. H. C. Nedbrburgh te Hees. De reede, waarom de Heer van L. sig verpligt oordeelt de Heeren Borgemeesters van Vlissingen te versoeken sodaenige directie te willen houden dat bij het aenstaende beroep in die stad te doen, geene reflexie werde gemaakt op Ds. Van der Palm, veel min, dat de keuse op hem valle, is uijt hoofde van schriftelijke informatien, des noods te produceeren, houdende in substancie: Dat Ds. Van der Palm op sijne standplaats Maertensdijk in de Provincie Utrecht de Gemeente op eene onbetaeinelijke wijze heeft opgehist tegens de voorstanders der oude Constitutie, so door ongemesureerde expressien op den Predikstoel, als door hun aen te settenom sig te wapenenen te exerceerenin eijge persoon daerin voorgaandeen zelfsso vermeent wordhun commandant zijnde. Dat hij hierdoor werkelijk ongenoegen aen veele sijner Gemeente hebbende gegeevenis te raede geworden om bij de komst der Pruijssische trouppes in de Provincie van Utrecht, van sijne standplaats te vlugten, sonder ordre op zijne Predikbeurten te stellen, en dus Maertensdijk herderloos te laaten, so dat aldaer in eene geruime tijd niet gepredikt wierd. Dat hij vervolgens vernomen hebbende dat zijne wederkomst aldaer niet zeer aengenaem zoude zijn, zig aen het Classis van Amersfoort (waaronder de kerk van Maertensdijk hoort) heeft geadresseert, met versoek om demissie, salvo honore, gevende voor reede van syne vlugt. de beveiliginge van sijn leeven en persoon tegens eene gevreesde vervoeringe door de Pruijssische troupes na elders. Dat de Classis hierin zwaerigheid heeft gemaekt; dog dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 136