92
VI. i)
(Zie ilz. lij.
Medeburgers
Ingevolge en ter voldoening aan Ulieder resolutie van 7 No
vember des afgeloopen jaars, hebben de ondergetekende, in derselver
qualiteit als seholarchen, geexamineerd het nevensgaande adres
van Gecommitteerden uit het Middelburgsehe departement der
Maatschappij tot nut van 't algemeen, tenderende om aan uwe
Vergadering te herinneren het aanbelang van het onderwijs der
Scholen, als het voornaamste hulpmiddel tot verspreiding van
licht en kennis over alle dassen der samenleving, om de nood
zakelijkheid eener Verbetering in het schoolwezen, hoewel in
onbepaalde termen, aan te dringen, en vooral te instéren, dat
er geene andere dan goede en geschikte leerboeken in de scholen
gebruikt worden, waartoe zij de tot dat einde uitgegeven stukjes
der Maatschappij tut nut van 't algemeen inzonderheid aanbevelen,
gelijk dan ook twee der voornoemde stukjes tot proeven bij het
Request als bijlagen gevoegd zijn en hiernevens door ons worden
teruggezonden.
De ondergetekende hebben de eer hierop aan ulieden te berichten
dat zij levendig gepenetreerd van het gewigt der onderwerpen in
het voorsz. Request, schoon alleen oppervlakkig, getoucheerd,
van begrip zijn dat de welmeenende ijver der leden van het
Middelburgsehe Departement der meergemelde Maatschappij door
ulieden alleszins behoort te worden goedgekeurd en geloueerd
en bet genoegen deser Vergadering tot aanmoediging van derselver
pogingen op een gepaste wijs gemanifesteerd.
Dat zij voorts niet in het breede zullen uitweiden over den
voor- of nadeeligen invloed, die een wèl ot kwalijk ingericht
school-onderwijs natuurlijk hebben moet op den staat der ver
lichting, der Zeden en der Godsdienstige beginsels in eene burgerlijke
maatschappijdaar dit voor eene Vergadering gelijk de Uwe ten
eenemaal noodeloos en overtollig zijn zoude.
Dat, wat de noodzakelijkheid eener verbetering in den aart en
de inrichting van het Schoolwezen betreft, de ondergetekende
1) Relatief notulenmunicipaliteit van Middelburg 24 Febr. 1796.
