XV Leliëndale, voor welke gift den schenker, den heer J. Hubregtse te Burgh groote dank toekomt. Over de ouderwetsche kamer en die van de Zeeuw- sche kleederdrachten bericht de conservatrice: „Het is mij een genoegen te mogen mededeelen dat de levens- groote poppen in Zeeuwsche kleederdracht, die het museum tot zulk een kostbaar sieraad strekken, zich ook dit jaar zeer goed hebben gehouden, niettegenstaande zij den geheelen tijd aan stof en licht zijn blootgesteld geweest. „Het kan echter niet uitblijven, dat zij langzamerhand in frisch- heid van tint en kleur zullen achteruitgaan. Het ware wen- schelijk dat zij door glas waren afgesloten. Begrijpelijkerwijze zou dit echter aan het artistieke geheel zeer schaden. „De voorraad reservekleeren is slechts door de schenking van twee Nieuwlandsche hoeden vermeerderd, waarover in de vorige vergadering van het Genootschap uitvoerig is bericht." Deze beide hoeden wstren een kaphoed der boerinnen van om streeks 1860, uit Nieuw- en St. Joosland afkomstig, aangeboden door Mej. Le Due geb. De Priester te Middelburg, alsmede een kaphoed der Zuid-Bevelandsche boerinnen van het jaar 1890, geschonken door Mej. A. M. de Man. Nog werd van de Dames M. G. A. en A. M. de Man met groote erkentelijkheid ontvangen een zevental lintenwelke ge diend hebben voor strikken van voren aan de nu weinig meer in gebruik zijnde kaphoeden der Walchersche boerinnen. Deze linten worden zeldzaam, daar vele bij het ringrijden als ver siersels zijn verbruikt. De afdeeling porselein en aardewerk onderging geene verandering. De Ethnographische verzameling ontving lo. van den heer P. van der Staay, vroeger zendeling in Ned. Oost-lndië, thans predikant bij de Engelsche gemeente Alfred in Noord-Dacota (U. S.): een muziekinstrument, genaamd Sasando, dat als een harp bespeeld wordt en in gebruik is op Savoe, Rotti en Timor; een zakje kapokzaad en een cacaonoot

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 19