O
de 400 gemeten aan haar gebied kwam toevoegen was van de
heerlijkheid alweder veel grond verloren gegaan. Voor Oud- en
Jong-Breskens bijvoorbeeld, al ligt er mogelijk eenige overdrijving
in wanneer de ingelanden in 1668 klagen „dat zij sedert de
indijkinge altijd hadden moeten worstelen met de zee" 2), was
in 1662 de strijd om het bestaan bereids in vollen gang, een
taaiehardnekkige kampwaarbij de landzaten zich maar aldoor
achter nieuwe inlaagdijken als binnen nieuwe liniën van verde
diging terugtrokkentelkens en telkens weer opofferend wat zij
met zooveel kosten hadden versterkt. In 1641 moest er in
Jong-Breskens een inlage worden gelegd, welke boven het gewone
poldergeld 16 gulden kostte van het gemet, in 1659 wederom
een, die boven het gewone geschot van f 1,80 nog 6 gulden per
gemet kostte, in 1663 alweder een van 5 gulden boven het
gewone geschot, in 1670 alweder een mitsgaders de inlagen
schijnen uitsluitend in Jong-Breskens te zijn aangebracht, wat
van die van 1641 en 1670 met zooveel woorden wordt vermeld
mitsgaders een doorgaande verhooging en overhaling van de dijken
van Oud-Breskenshetwelk te zamen boven en behalve het gewone
geschot van 4 gulden een uitgaaf vergde van 6 gulden per gemet.
Bovendien namen de stranden allengskeus zoodanig af en werd
in September 1671 Jong-Breskens dermate door stormvloeden
geteisterd, dat men de hoop begon op te geven om het nog langer
te behouden en enkele gelandenwier eigendom in die einden
van den polder lag waar vooralsnog de minste nood was, „vóór
hun gronden een particuliere afscheiding maakten met schenkel-
dijken om nog iets van hun land, zooveel en zoolang als het
mogelijk was, te salveeren". En alsof dit alles nog niet erg
genoeg ware, na de in 1672 gemaakte inlage moester in 1675,
wegens het leggen van alweer een, over elk gemet van het in
middels zoo aanmerkelijk verkleinde waterschap een geschot worden
omgeslagen van 14 gulden 3). De waarde van de landerijen
1) Blijkens resol. Staten-Generaal 2 Januari 1662 was het schorre, voor welks
bedijking toen octrooi werd aangevraagd, „groot omtrent 400 gemet".
2) Voorjaarsverbaal Vlaanderen Raad van State 1668.
3) Requesten ingelanden Oud- en Jong-Breskens en Barbarapolder aan Staten-
Generaal van Juli 1674 en 1676.