4
zelfs na het maken van de inlage den polder wel zou vermogen
te behouden, dus schrijven zij, heeft bij sommige ingelanden de
vraag doen rijzen of zij maar niet beter deden den polder „te
laten drijven en hun landerijen als schorre te gebruiken"
Tot dit uiterste is het echter niet gekomen want een beschik
king van de Staten-Generaalwaarbij zij in 1685 voor een
nieuwen termijn van vijf jaren van de betaling der landsbelas-
tingen werden ontheven 2)stelde de ingelanden in staat de
worsteling voort te zetten. Zij wapenden zich „tegen het inkan
keren der zee met zware rijshoofden en zinksteen"doch met
zoo weinig vrucht helaas dat niet alleen de werken telkens werden
weggeslagen „maar zelfs hoofden, die eenige duizenden hadden
gekost, in éénen nacht zoodanig werden geruïneerd dat men
den volgenden dag van dezelve geen overblijfsel konde zien" 3).
Tot overmaat van ramp overstroomde in den winter van 1690
op 1691 hun vlak op het noordwesten liggende zeedijk over een
lengte van een kwartier gaans, „zoodanig (om het met hun eigen
woorden uit te drukken) dat zij hebben gevreesd gehad hare
dijkage toenmaals zekerlijk te zullen verloren hebben, en waar
door in Jong-Breskens de zeedijk is weggespoeld en een gedeelte
van denzelven polder geinundeerd bleef liggen". Er schoot hun
in dezen geen ander middel over, schreven zij in Mei 1691 aan
de Staten-Generaal, dan in Jong-Breskens wederom een inlage
te leggen, voor wier bekostiging waarschijnlijk een geschot zou
moeten worden geheven van 3 pond per gemet en dat,
zoo klaagden zijterwijl men voor de landerijen in de dijkage
al sinds jaren geen hoogeren prijs kon bedingen dan 5 pond
het gemet 4).
Of zij ten slotte die inlage werkelijk hebben gemaakt, is niet
geheel zeker. Toen namelijk in den voorzomer van 1691 een
van de leden van den Raad van State van een bezoek aan Staats-
Vlaanderen gebruik maakte om zich, ingevolge de hem gedane
opdracht, persoonlijk van den toestand van den Breskenschen
1) Request ingelanden aan Staten-Generaal 4 Mei 1685.
2) Resol. Staten-Generaal 19 Juli 1685.
3) Request ingelanden aan Staten-Generaal 3 Mei 1691.
4) Als voren.