7
dijkt. Twee jaar later, in 1680, ging ook dit gedeelte voor
goed verloren en van dien oogenblik af aan lag de Elizabeth
weder over zijn gansehe uitgestrektheid aan de aanvallen der
zee blootgesteld 1).
De ingelanden van den Elizabeth zagen zich dientengevolge
genoodzaakt nu ook in 1679 op het oosteinde van hun polder
een inlage te leggenbenevens „eenige rijshoofden om het inkan
keren aldaar, veroorzaakt door het overkomen en toenemen" van
de tegenover liggende Hoofdplaat, te stuiten 2). Teneinde den
aanleg van zulke kostbare verdedigingswerken mogelijk te maken
hadden de Staten-Generaal hun bereids in 1667, toen de zeven
en twintigjarige vrijdom van landsbelastingen verstreken was welke
bij het octrooi van bedijking was toegestaan, opnieuw voor twaalf
jaren vrijstelling geschonken 3), en toen ook deze termijn in
1679 afliep hem wederom met vijf jaar verlengd 4). In uitermate
hachelijken toestand geraakten de zeeweringen door den vloed van
26 Januari 1682. De zeedijken en de dijken van de inlagen
in het westen en oosten werden „ten eenenmale weggenomen en
over het land henen gespreid alsof er geen dijken geweest waren" 5).
Niet alleen sloegen de 28 h 29 gemeten voorland weg, die men
sinds 1679 buitendijks had laten liggen, maar tegelijkertijd ging
verloren aan de westzijde „de geheele inlage met hare defensie
in den jare 1676 gelegd, mitsgaders nog de inlage de anno 1679
aan de oostzijde mede ten eenenmale", zoodat van de 800 ge
meten, welke de polder eenmaal groot was geweest, er maar 634
1) Janssen en Van Dale, Bijdragen II blz. 169, 170. Op een in de ver
zameling van het Zeeuwsche Rijksarchief berustende kaart van Augustus 1679 (copie
van 1760) wordt de toenmalige situatie van den Stickepolder met de doorbraak
van 1675 en de inlage van 1678 nauwkeurig aangewezen, gelijk ook de inlage in
1679 door die van den Elizabethpolder ontworpen, waarvan hierna wordt ge
sproken. Op de kaart vau Mogge vindt men de schorrenwaaruit naderhand de
Stickepolder is aangewonnenaangeduid door een drietal eilandjes noordelijk van
den mond van het Nieuwerhavensche gat.
2) Request ingelanden Elizabethpolder aan de voor de magistraatsvernieuwing
naar Staats-Vlaanderen afgevaardigde leden der Staten-Generaal 20 Juli 1685.
3) Resol. Staten-Generaal 1 Oct. 1667.
4) Als voren 14 Juli 1679.
5) Request ingelanden Elizabethpolder aan Staten-Generaal 2 Aug. 1685.