9 te dragen". Op grond van het een en ander wendden zich de ingelanden in April 1685 tot de Staten-Generaal met de bede om hun „tot wederstand van de zee en het maken van suffisante hoofden" jaarlijks een schelling toe te leggen „uit de verponding t) over het geheele eiland van Cadzand 2) en Prins Willemspolder 3). Naar aanleiding van dit request gingen de gedeputeerden uit den Baad van State, die in den nazomer van 1685 onder gewoonte de vestingwerken in Staats-Vlaanderen kwamen inspecteeren, zich op 2 September persoonlijk van den toestand op de hoogte stellen. Het onderzoek', in tegenwoordigheid van een ingenieur door hen verricht, toonde aan hoe ernstig het inderdaad met den polder stond geschapen. Op laag water aankomende, zoo rap porteeren zij„zijn wij voortgegaan tot aan den oever en afgebroken gronden, alwaar door den ingenieur met een peilschuit langs heen en bijzonderlijk op 4 diverse plaatsen peiling is gedaan"; daarbij werd aan den oostkant „ten zuiden van den ingebroken Sticke polderdijk" bevonden een diepte „steil onder 'tland van 2, 3, 4 tot 5 vadem onder 't laag water met een zandgrond"op een andere plaats, „ten zuiden van Elizabethpolder waar de grond was vlak afgaande", een „van 2, 4, 6, 8 tot 9 voeten oplaag water". „Verder varende langs de inkankerende schorren dewelke, volgens de getuigenisse van de presente inwoners en die aldaar dagelijks verkeeren, van tijd tot tijd waren ondergeloopen en afgenomen principalijk met hooge vloeden, als wanneer de ebbe van het zuiden uit het Yzendijksche gat 4) zeer vehement met groote neeren daar langs henen komt te werken, gelijk ook de vloed van het noorden, zoo dicht aan de zee opkomende, geen mindere inkankeringe komt te veroorzakenveroorzakende s) zoowel 't een als 't andere door het naderen van de overliggende Hoofdplaat dewelke, hoe de gronden aan het vasteland meer af nemen, hoe dat dezelve plaat meer aan het land is naderende, 1) Zooveel als belasting op gebouwde en ongebouwde eigendommen. 2) Met het „eiland van Cadzand" bedoelde men destijds de "Watering van Cad zand, de polders van Nieuwvliet, de dijkages van Groede, Breskens en Baarzande. 3) Request ingelanden Elizabethpolder aan Staten-Generaal April 1685. 4) De tegenwoordige Zacharias- en Wilhelminapolders. 5) Lees: veroorzaakt wordende.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 55