10 overzulks in plaats van dat de koers van den stroom, komende uit het Yzendijksche gat, over weinig jaren placht te loopen bijna recht zuidoost en noordwest, dezelve nu met een elleboog is ingebroken door den Stickepolder tot binnen 100 roeden breedte binnen den Elizabethpolder, waartegen de gelanden zich hebben moeten voorzien en sauveeren met het maken van een considerabele inlage of afsnijding". „Zooals de grond (vervolgt het rapport) aan den zuid ingebroken dijk van den Elizabethpolder is goed en vlak afgaande met geen bijzondere diepte als voorzeid is, zoo is daarentegen de grond aan den noord ingebroken zeedijk van denzelven polder kort aan den oever zeer steil en ingekankerd van 34 tot 5 vadem diep van enkel zand" Dat het in het oosten met den polder zoo veeg stond lag dus, gelijk wij hooren, aan de destijds nog als een zandbank in zee liggende Hoofdplaat. Immers, doordien zij gestadig óf landwaarts opschoof óf aan haar naar het vasteland gekeerde zijde aangroeide was de geuldie haar van de kust scheiddeal smaller en smaller gewordenzoodat de persing van het water tegen den oever aan houdend sterker werd en deze al meer en meer inkankerde en onder mijnd werd. Het kwam er dus op aan haar verderfelijke werking te keeren. Met een doorgraving of doorsnijding van de plaat, teneinde den stroom van den polderoever af te leiden, viel er niets te winnen, want (zoo oordeelde de ingenieur die de gede puteerden vergezelde) „ofschoon zulks den eenen dag al wierd gedaan, zou den anderen dag de gemaakte opening, van enkel zand zijnde, wederom toegedreven en verzand worden, aange merkt het water van vloed noch van ebbe daarlangs geen trek kan maken zoolang als de diepte van het meergenoemde kanaal 2) zoo nabij is liggende, alzoo het zeker is dat na half ebhe tot half vloed toe al het water langs dezelve diepte op en af komt te schieten, en waardoor de voorzeide dijkbreuken zijn veroor zaakt en gevallen." Naar zijn inzicht was er geen ander doel treffend middel te bedenken dan „dat er in den grond gezonken en voorts opgemaakt werden twee suffisante rijshoofden, gevuld 1) Najaarsverbaal Vlaanderen Raad vau State 1685. 2) NI. de geul tusschen de plaat en den polderoever.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 56