19
een derde part van dezelve dijkage". En aangezien die van
Groede en Baarzande altoos hadden beweerd dat de Staten-Gene-
raal „niet bevoegd waren om de achtergelegen polders te con-
stringeeren tot het geven van eenige contributie"zoo hoopte hij
datingeval die van Baarzande op zijn aanbieding niet wilden
ingaan, hunne Hoogmogenden hun ook „niet zouden consenteeren
om den meergemelden Elizabethpolder te mogen bedijken zonder
alvorens daarover te accordeeren maar (dien) ter contrarie te
laten aan diegenen, die dezelve (was) competeerende"
Veel heeft de baljuw met zijn poging om de herdijking op
den door de Baarzanders voorgenomen voet te beletten niet uit
gewerkt, want de Staten-Generaal lieten zijn voorstel links liggen
en gaven op den 29 Mei 1698 aan de ingelanden van Baarzande
vergunning „om een gedeelte van den Elizabethpolder te her-
dijken", onder deze voorwaarde „dat de voorschreven herdijkinge
gedaan zijnde het aan de ingelanden van den Elizabethpolder,
die zich tot het doen van deze herdijking nog niet hadden ver
klaard vrij zoude staan hare landengelegen in het herdijkte
gedeeltewederom te aanvaarden of wel die te abandonneeren mits
dat zij, dezelve wederom aanvaardende, gehouden zouden zijn te
betalen, naar proportie van haar landen binnen den dijk gelegen,
de dijkgeschotenen dat het leggen en onderhouden van den
dijk zou blijven ten laste van dat gedeelte van den Elizabeth
polder dat herdijkt zoude worden; dat onder de dijkgesohoten
niet zouden worden gerekend de onkosten van paal- en rijshoofden
maar dat deze gelegd en onderhouden zouden moeten worden tot
last van de ingelanden van Groot en Klein Baarzande en van
den Elizabethpolder, zooveel die werd herdijkt, die daartoe gemet
gemetsgelijk zouden moeten contribueerenen dat de pretentie
van den heer van Breskens omtrent het recht, dat hij zoude
mogen hebben tot het aanvaarden van de geabandonneerde landen
in den Elizabethpolder, zou worden gelaten in zijn waarde en
onwaarde, zonder dat hem door deze haar Hoog Mogenden reso
lutie eenig recht werd gegeven of genomen" 2).
1) Request baljuw van Breskens aan Staten-Generaal 18 April 1698.
2) Resol. Staten-Generaal 29 Mei 1698.