23 Zoo deed het zich dezer dagen voor datnadat machtiging tot plaatsing voor vier aangewezen gestichten was verleend, bij allen tevergeefs om plaatsing was aangeklopt, zoodat het noodig was een hernieuwd verzoekschrift in te dienen, tenge volge waarvan een oponthoud ontstond hoogst nadeelig voor den lijder wiens opzending spoedeischend was. Dat lijders, die een andere provincie bewonen als die waarin een zoodanig gesticht gevestigd is, voor plaatsing een zekeren voorrang genieten boven die eener provincie, welke voor een eigen gesticht niets over heeft, ligt voor de hand, en meer dan tijd schijnt het, dat Zeeland niet langer van den wil van anderen afhankelijk zij. Doch andere gewichtige redenen zijn er die een vestiging meer in onze nabijheid wenschelijk maken. Men heeft slechts te wijzen op het transporteeren van krankzinnigen naar ver afgelegen provinciën, hetgeen voor den lijder dikwijls nadeelig kan zijn, vooral wanneer dit met dwangmiddelen moet ge schieden. Voorts komt het smartelijk voor dat de ongelukkige zoover uit zijne vroegere omgeving moet worden weggezonden. Aan den lijder wiens verstand niet geheel beneveld is, of bij wien heldere tusschenpoozen worden aangetroffenverschaft het in zijn lot, waarin hij reeds van zijne vrijheid wordt beroofd en van zijn gezin en van alles wat hem lief was moest worden gescheiden, een troost zijn nabestaanden van tijd tot tijd eens terug te zienen toch voor die nabestaanden leveren de kosten eener reis tot het bereiken van ver buiten Zeeland gelegen gestichten dikwijls financieel een onover komelijk bezwaar. Worden dergelijke omstandigheden, welke met andere kunnen worden aangevuld, in verband gebracht met de gemelde ervaringen, door mij als kantonrechter opgedaan, dan rijst de vraag, of de eer onzer provincie langer gedoogt dat nog wordt gewacht om aan een lang gevoelde behoefte te voldoen door de oprichting van een gesticht voor krank zinnigen binnen hare grenzen, waarvan het totstandkomen, door de in die provincie practiseerende geneeskundige faculteit vermoedelijk niet zonder ingenomenheid zou worden begroet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 69