25
Als we goed zien blijft alleen de vraag: bevat Zeeland
niet de financiëele en administratieve kracht, om op het
voetspoor der Vereeniging voor Nederland, een gesticht,
geëvenredigd aan onze behoeften te ontwerpen en te leiden?
Of voelt niemand zich geroepen en in staat de verspreide
krachten te verzamelen en te benutten voor dit doel?
Kan deze nieuwe slag op een oud aambeeld nog geen
doel trelfen?"
Tot zoover dit schrijven in de Zeeuw.
Het was de alarmklok die voor deze behoefte luidde. De op
roep tot een werk van barmhartigheid dat een krachtige echo
wekken zou.
Dit schrijven trok de aandacht van ds. J. H. Donnek, destijds
Gereformeerd predikant te Nieuwedorp, en hij gevoelde zich ge
roepen om de verspreide krachten die in Zeeland voor dezen
arbeid te vinden waren, bijeen te brengen.
Vandaar de samenkomst van 15 April 1904, een samenkomst
die geen ander doel had dan om het peillood uit te werpen, om
te ontdekken of er voor zoodanigen arbeid belangstelling en
medewerking zou te vinden zijn in Zeeland.
Het was den ingewijden in deze zaak niet onbekend gebleven
dat reeds meer dan een halve eeuw geleden door geneeskundigen
een schrijven aan de Provinciale Staten van Zeeland was gericht
om de wenschelijkheid van de oprichting van zoodanige stichting
te betoogen. Maar dit schrijven was begraven onder geel ge
worden paperassen en vergeten.
Het was in dien kring ook niet onbekend dat nog slechts kort
geledeneen poging was gedaan door geneeskundigen en hoog-
geplaatsten om een dergelijke stichting, op neutralen grondslag,
voor Zeeland en Noord-Brabant te vestigen, maar dat die poging
jammerlijk was mislukt. Men rekende een kapitaal van 41/,
ton noodig te hebben, en de inschrijving bedroeg slechts lt/2 f°n-
Voorzeker, geen bemoedigende mededeelingen. Maar ook dit
maal werd het denkbeeld bepleit om het net naar de andere zijde
uit te werpen.
Betoogd werd dat neutraliteit niet in staat was deelneming te
wekken voor een arbeid zoo teeder als deze.