26 En ook dat de mislukking van anderer pogingen misschien te wijten was aan het feit dat men zich had gewend tot dien, niet zeer talrijken kring in ons volksleven, van wien veel wordt ge vraagd en allicht te veel wordt verwacht. Laat ons zoo meen ik de gedachten van deze eerste ver gadering te mogen samenvatten laat ons sturen in democratische richting. Laten wij ons wenden tot het volkmeer bepaald tot dat groote deel van ons volk dat met ons eens geestes is tot ons christenvolk dat met ons gelooft en belijdt dat we in den naam van den Christus-Consolator ook deze lijdenden hebben te verzorgenen onze roepstem zal niet gelijk zijn aan die eens roependen in de woestijn. Met dit denkbeeld gingen de saamgekomenen uiteenna bepaald te hebben, dat ter bekwamer tijd door dit voorloopig Comité een uitnoodiging zou gericht worden tot invloedrijke Zeeuwen uit alle deelen der Provincie om, zoo mogelijk te komen tot eene over geheel Zeeland verspreide organisatie en verder tot voorbereiding te doen wat naar wet en gewoonte te doen was. Op de in den loop van den zomer gehouden constitueerende vergadering bleek duidelijk dat deze zaadkorrel in vruchtbare aarde scheen gevallen te zijn en een rijken oogst beloofde. En op de eerste jaarvergadering 12 Juni 1905 waren afgevaardigden van 39 afdeelingen en talrijke corporatiën bijeen. En onder den indruk van deze belovende toekomst werd op die eerste verga dering besloten uit te zien naar terreingelijk allen bedoelden en verwachtten, in onze eigen provincie. Maar die opdracht spoedig, en zonder aarzelen gegevenkostte om tot uitvoering te komen bijna twee jaren tijd. Meestal waren de terreinen te klein of te nabij aan de be bouwde kom eener gemeente gelegen. Dan weder was een ter rein tot geen prijs te koop of uitgesloten van alle publiek verkeer. En toen eindelijk het vermoeden bestond, dat geschikt terrein gevonden was, moesten op last van den Inspecteur grondboringen plaats hebben ten einde het gehalte en de hoeveelheid water, op het terrein te winnen, te bepalen. En toen het bleek dat het water noch in quantiteit noch in qualiteit voldoende was, was

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 72