33
van Steenbergen, de hooge toren van de Lepelstraat, en kerk
en molen van Halsteren.
Aan den voet van den heuvel rondom dennenboseh. En daar
in dat dennenboschaan den voet van dien heuvelde begraaf
plaats der stichting.
Hier heerscht ongestoorde stilte.
Geen menschelijke woning is hier nabij, geen dier vindt hier
weide. Geen werktuig wordt hier gehoord, geen gillende stoom
fluit, geen krakende machine.
Hier heerscht alleen de majesteit van den dood.
En toch hier in die eenzaamheid wilde ik U ten slotte brengen
om U getuige te doen zijn van solidariteit, dankbaarheid en
liefde.
Te midden van de meer dan driehonderd zandgraven hier reeds
voor onbekende lijders gedolvenen te midden van een toenemend
aantal grafzerken ligt er ook eene, blijkens het opschrift gewijd
door het personeel aan een trouwen verpleger, een beminden vriend.
Die grafzerk is een stomme, en toch welsprekende, getuige
van den geest die „Vrederust" beheerscht.
P. J. DE KEUYTER.
Archief 1917
3