35
lissen te M iddelburgverschenen als een afzonderlijk boekdeel
dat nog altijd verdient geraadpleegd te worden door ieder, die
zich een beeld wil vormen van den treurigen toestand der lagere
scholen in die dagen.
Het Genootschap heeft met deze uitgave eer ingelegdin elke
geschiedenis van het Nederlandsch schoolwezen wordt het Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen vermeld onder de lichamen, die
op het eind der 18e eeuw met de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen naar verbetering van de onderwijstoestanden hebben ge
streefd.
Kornblis van der Palm, die, hoewel dan een handje geholpen
door het toeval, den gouden eerepenning wegdroeg, was kost
schoolhouder te Rotterdam, later te Delfshaven, en toen reeds
een meermalen gelauwerd prijsverhandelaar. Zijn zeventienjarige
zoon Johannes Henricus studeerde al een paar jaar te Leiden.
Toen deze zich 8 jaar later (1788) te Middelburg kwam vestigen,
waar hij, vooral in de eerste maanden der omwenteling, zulk
een belangrijke rol zou spelen, kon hij zich hier dus al eeuigs-
zins als door zijn vader geïntroduceerd beschouwen.
Johannes Henricus van dek Palm was een geboren leider.
„Niemand welligt uit dien tijd", zegt Busken Huet, „heeft
langer dan Van der Palm, in de litteratuur en in sommige
deelen der politiek, den geest van ons volk beheerscht, niemand
is, gedurende een grooter aantal jaren, eene getrouwer uitdruk
king geweest van de openbare meening onzer beschaafde Neder-
landsche maatschappij",
Hij zelf was daarvan niet geheel onbewust, toen hij in nede-
rigen vormdie echter allerminst gebrek aan zelfrespect verried
het getuigenis aflegde: „Ik ben iemand, die zoo een weinigje de
eer der Nederlandsche taal en letteren opgehouden, en min of
meer op den geest mijner medeburgers gewerkt heb". 2)
Zijn leven ligt voor iedereen open: weinigen hebben zooveel
geschreven en gesproken als hijdaarbij hebben verschillende
1) „Fantasieën eu Kritieken" dl. 24, blz. 97.
2) Bkets „Leveu en Karakter enz." blz. 115.