50
anders te kunnen toeschrijven, dan aen eenig vergrijp, ge-
duurende zijne tweejarige inwoning binnen deze stad door
hem (hoewel onwetend) gepleegd, waerdoor hij zich onwaerdig
zou gemaakt hebben den predikstoel in deze gemeente te
beklimmen.
Dan, dat hij onderget® nu in 't zekere was geinformeerd
geworden, dat hem niets dergelijks was ten laste gelegd,
dat voorn. Heer Burgemeester zijne bevoegdheid tot den
predikdienst zelve heeft erkend, en op geenerlei wijze eenig
wezenlijk verbod of interdictie uitgcvaerdigduit kracht van
welk hij onderget. kon gerekend worden van den Predikstoel
geweerd te zijn dat al het gepasseerde alleen bestond in
een onderling arrangement tusschen den Heer Burgemeester
en den Pred' de Rooij, wiens beurt de onderget® zou ver
vuld hebben; een arrangement, spruitende uit overvloedige
bezorgdheid en vrees voor onrustige bewegingen bij de
zoodanigen, die nadeelige indruksels tegen den persoon van
den ondergeten en deszelfs qualificatie als Predikant hadden
opgevat.
Dat hij onderget® niet kan nalaten zijn genoegen en satisfac
tie te betuigen voor de justificatie, in dit tedere en voor zijne
eer en fortuin vèr uitziende geval, waerdoor hij wettiglijk
erkend is voor geheel onbesproken en gequalificeerd tot waer-
neming vau het predik-ampt, in weerwil der verkeerde in
boezemingen die bij sommigen zouden mogen heerschen
gelijk hij tevens betuigt, altijd deu grootsten ijver te zullen
aenwenden, om dit oordeel bij de gansche verlichte en on
partijdige weereld, en speciael bij UWEd. Achtb. te blijven
ineri téren.
Dande ondergete heeft uit dit gevalniet dan met het
gevoeligste leedwezen moeten opmaken, dat er valsche, na
deelige en hatelijke impressiën tegen zijn persoon bij sommige
ingezetenen heerschen, zoodanige impressiën, die zelfs tot
combustie en storing van den Godsdienst, bij de jouissance
van deszelfs wettige regtenzouden kunnen overslaenwaerom
hij niet kan nalaten zijne omstandigheid in dezen ter kennis
van UWEd. Achtb. te brengen, en als een stil en vreed-