51 zaem ingezeten; als een burger, die geerne met alle zijne vermogens de maetschappij waerin hij leefttot nut en roem wilde verstrekken; als een Leeraer, die het welzijn van Jezus kerk behartigt; en eindelijk als in die qualiteit geattacheerd aen één der voornaemste en respectabelste huizen dezer stadzich aen te bevelen in de protectie van UWEd. Aohtb., ten einde de beledigende en wettig gecondemneerde gevoelens aengaende zijnen persoon en qualiteit, zoo 't mo gelijk zijmogten worden tegengegaenen althans de scha delijke gevolgen, die daeruit. voor den onderget™ zouden kunnen voortvloeijendoor de vaderlijke zorg van UWEd. Achtb. mogten worden voorgekomen. 't Welk doende c* J. H. Van der Palm Oud-Predikant van Maartensdijk. In margine staat Zij deze gesteld in handen van de Heeren Regerende en oud Burgemeesterenom hetzelve te examineren en Hun Edel Achtbaare te dienen van derzelver consideratien en advis. Actum ten Rade der stad Middelburg den 13 Maart 1790. (My praesent) M" Geene. Is na deliberatie goedgevonden en verstaan dat aan den suppliant op dit addres zal worden toegevoegdDat Hun Ed. Achtb. wel verre zijn, van aan den suppliant uit des- zelfs gehouden gedrag geduurende zijne inwooning binnen deeze stadtoe te kennen eene denk- of handelwijzedie eenige aanleiding zouden hebben kunnen geven tot nadeelige impressien tegens deszelfs persoon of qualiteit als Predikant, of die denzelven de Exercitie van het Leeraarsampt zoude hebben onwaardig gemaakt; dat Hun Edel Achtbaare dan ook daarom, met genoegen hebben vernomen zoo uit de positiven bij de requeste als uit het gecommuniceerde ter Vergadering, dat daartegen geen directe interdictie is ge schied maar dat de opgekome verhindering alleen veroorzaakt is door arrangementendie zonder het leggen van eenig grief aan den suppliant ten doel te hebben, om andere redenen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 97