72
Lombarden, Spanjaarden en anderen, die „daglielicx comen ende
verkeeren in onsen lande van Zeelant ende in onser stede van Mid-
delburch mit boren comanscappen", tegen onrecht van buiten te
beschermen, „want onse meyninge vinmer is, dat zi varen ende
keeren zullen in onser heerlicbeit met hare rechten, costume ende
tolue"; tevens werd bepaald, dat in geval de hertog hun langer
verblijf ontzegde, zij twee maanden den tijd zouden hebben het land
te ruimen 1). Dat ook toen reeds het ijzer, dat later vau zooveel
beteekenis zou worden in het Middelburgsche handelsverkeer, door
hen werd aangevoerd, leert een post uit de stadsrekening van
1-103/4; toen kwam een Spanjaard boven bij de heeren van de
wet „ende sprac metten goeden luden van den ghewichte van
zinen yser, dat hij hier bringhen zoude".
Ook de Portugeezen begonnen op het eind der 15e eeuw naar
Middelburg te komen. Op haar verzoek verleende hertog Aelbrecht
tijdens den Brugschen boykot, in 1390, ook aan hen een uitvoerig
privilege -), waarbij hun het verblijf binnen Middelburg zoo aan
trekkelijk mogelijk werd gemaakt. Ingeval van stranding werden
zij vrijgesteld van de betaling der zeedrift en konden zij volstaan
met het voldoen der „redelike coste", bergloon zouden wij zeggen;
zij zouden niet meer tol betalen, dan van ouds gewoon was;
ingeval er oorlog uitbrak tusschen beide landen, zouden zij in
lijf noch goed worden lastig gevallen, maar mochten „paysivelic"
met schepen en koopmanschappen het land ruimen; tevens werden
regels omtrent hun berechting en afwikkeling der schulden gesteld.
Verder werd hun toegestaan binnen Middelburg hun „stapel" te
houden en een „overste" te kiezen, die recht mocht doen in
„allen zaken, die vallen tusschen haren coepluden van sculden
of anderen ghescillen van comanscopen". Wij treffen hier voor
het eerst voor Middelburg een organisatie aan, die karakteristiek
is voor de Middeleeuwenvestiging van buitenlandsche kooplieden
1) lu 1413 weer individueele reehtsverleening; toen stond de graaf aan 2
kooplieden van Castilië elk met 2 bedienden vrijgeleide toe zie Memoriale B. A.
(A. R. A.) f. 121 vs.
2) Van Mieris III p. 555.
Ook in 1412 werd door den graaf van Holland aan de kooplieden van Portugal
verlof verleend, vrijelijk in zijn landen te komen handelen; zie t. a. p. IV p. 223.