80 lieden te Yarmouth, St. Botulf, Lynn en Southampton wegens het onrecht, dat den goudsmid Thomas van Londen in Holland was aangedaan Hoewel in deze bronnen slechts in het alge meen van kooplieden uit Holland wordt gesproken en geen bepaalde stad voor de oudste tijden wordt genoemd, hebben wij hierbij volgens prof. Huizinga 2) ongetwijfeld „in de eerste plaats aan Dordrecht, dan aan Middelburg, misschien in de derde plaats aan Haarlem te denken". Eerst latere bronnen vermelden ook hun herkomst; uit Gouda 3), Dordt den Briel 5), Haarlem 6), Amsterdam 7), Leiden 8), Zieriksee 9), Tholen ,0) en Middelburg11) ontmoeten wij dan kooplieden in Engeland. Ook omtrent den aard van hun handelsbetrekkingen staan ons voor den ouderen tijd geen gegevens ten dienste, maar wij zullen wel niet mistasten wanneer wij aan nemen, dat vrnl. de wol, die het voornaamste uitvoerprodukt van Engeland was geworden 12), ook toen het door de Hollanders meest gezochte artikel was 13). Dat blijkt ook uit een statistiek over woluitvoer uit 1277'78, die Kunze heeft gepubliceerd 14); 1) T. a. p. uos. 302, 304 (1226). Voor kooplieden uit Holland ia Engeland, zie verder t. a. p. II nos. 482 (1283), 53 L (1284), 866 (1293). 2) Huizinga, Opkomst van Haarlem (Bijdr. V) p. 50. 3) Oorkondenboek II uo. 532 (1284). 4) T. a. p. no. 548 (1285); van Mieris II p. 137 (1313), 259 (1321); K. Kunze, Hanse-akteu aus England (Halle, 1891) p. 49 noot 1 (1314). 5) Oorkondenboek II no. 560 (1285); Kunze, t a. p. no. 202 (1378). 6) Oorkondenboek 11, nalezing no. 73 (1290). 7) Kunze, t. a. p. no. 303 (1407). 8) Van Mieris IV p. 287 (1414). 9) T. a. p. II p. 371 (1325), 378 (1326). 10) T. a. p. IV p. 787 (1425). 11) In 1368 werd aan 3 „orologiers" van Delft vrijgeleide verleend om in Engelaud hun kunst uit te oefenen; t. a. p. III p. 224. 12) Vooral door de geestelijkheid werd veel schapenteelt gedreven; zie R. J. Whitwell, English monasteries and the wooltrade in the 13t'n century (Vierteljahr- schrift für Soc. und Wirtschaftsgesch. II p. 1 vlg.). 13) Naast wol, en later laken, waren de voornaamste uitvoerartikelentin, koper, zwavel, steenkolen, zout en ook graauzie Kunze, t. a. p. p. XLIV. Voor uitvoer van tarwe door een koopman van Middelburg, zie H. U. B. I no. 765 (1275). In 1343 verbood Eduard III den uitvoer van graan, behalve o. a. naar Holland en Zeeland, zie H. (J. B. Ill no. 22. Ook kaas werd in de 14e eeuw van Engeland naar ons land gevoerd, zie Kunze, t. a. p. nos. 170, 171 (1352). 14) Zie t. a. p. p. XLI vlg., p. 332.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1918 | | pagina 126