85-
bleef rle wol toch het voornaamste artikel van den Engelschen
import in Middelburg. En doordat de Zeeuwsche rentmeesters-
rekeningen, waarin de inkomsten van dat stapelgeld zijn verant
woord, over deze jaren bewaard zijn gebleven, kunnen wij ook
den omvang hiervan leeren kennen. Gedurende de bijna 6 jaar,
dat de Engelsche wolstapel te Middelburg was gevestigd, van na
Januari 1383 tot December 1388 werd het stapelgeld ontvangen:
Van na Januari 138331 Mei 1384 2) van 11239 scarpelgier.
Van 24 Mei 138411 Maart 1386 3) van 10307 scarpelgier.
Van 11 Maart 13861 Juli 1386 4) van 2000 scarpelgier.
Van 18 Mei 13867 April 1387 5) van 1112 scarpelgier.
Van 7 April 1387-11 Maart 1388 5) van 6163 scarpelgier.
Van 28 Maart 13881 December 1388 6) van 1067 scarpelgier,
tesamen over die bijna 6 jaar dus 31888 scarpelgier of ruim
5000 per jaar.
Maar al werd de stapel op het eind van 1388 te Middelburg
officieel opgeheven, het verkeer der Engelschen en het vertier
der Engelsche wol ging toch allerminst voor Middelburg verloren.
In December 1391 werd aan een aantal kooplieden uit Londen op
hun verzoek, ingelijks in 's hertogen landen en vooral te Middel
burg te mogen verkeeren om handel te drijven „up alzo zulc
recht ende vrijheid, als die ghemene cooplieden van Ingland
wilen van ons besegheld hadden, doe zij lestwarf' haren stapel
van der wollen bi onser vorseyde stede hilden", toegestaan daar
vrijelijk te komen en te verkeeren 7)een paar maanden later
werd hetzelfde voorrecht op verzoek van Middelburg, dat be
richtte dat vele Engelsche kooplieden van zins waren daarheen
1) Vgl. Kunzb, t. a. p. uo. 251. Uit deze plaats blijkt ook, dat de stapel van
Calais naar Middelburg was verplaatst; Sneller (t. a. p. p. 123) neemt aan dat
zij van Brugge kwamen.
2) IIeeringa, t. a. p. no. 46.
3) T. a. p. no. 48.
4) T. a. p. no. 50.
5) T. a. p. no. 51.
6) T. a. p. no. 52.
7) Van Mieris III p. 585.
In 1390 had Aelbrecht aan Middelburg beloofd den stapel der Engelsche koop
lieden, wanneer die wederom naar zijn landen zou worden overgebracht, nergens
anders dan aldaar te zullen vestigen, t. a. p. p. 556.
