99
weekmarkt den groothandel toe te staan De ordonnantie op
de makelaardij uit het begin der 15e eeuw, die ons reeds eerder
op een ander punt omtrent het economisch leven van Middelburg
op welkome wijze inlichtte 2), schreef ook voor onze stad de
overal in de Middeleeuwen gevolgde economische maximes voor.
Evenals in andere steden, waar het handelsverkeer grootendeels
passief was, als bv. Brugge en üordt, trad ook hier de beteekenis
der tusschenpersonen sterk op den voorgrond. En evenals te
Brugge 3), treden ook te Middelburg de waarden, de hosteliers,
bij wie de vreemdelingen met hun goederen hun intrek hadden
genomen, als makelaars op. Streng werd daarbij toegezien, dat
zij niet in eenzelfde herberg hun intrek namen 4), ten einde het
direkte verkeer tusschen de „gasten" onderling te verhinderen
alleen onder beding, dat een barer poorters (want niemand mocht
herberg houden, die geen burger was der stad 5) bij hun trans
acties zijn tusschenkomst verleende en de hem toegedachte provisie
verdiende, stond de stadsregeering het onderling verkeer der
vreemdelingen toe. Indien echter de vreemde kooplieden reeds
langen tijd in de stad verbleven en „op hemselver woenen", stond
men voor een moeilijk geval; de ordonnantie c) loste dit zeer
eigenaardig op door te bepalen, dat de vreemdeling een ingezeten
burger tot waard zoude kiezen, die het makelaarsloon zou genieten
en die een makelaar zou aanwijzen, die als zijn vertegenwoordiger
den gast rondleiden en voorthelpen zou 7). In het belang der
gasten werd verder bepaald, dat de makelaars geen handel mochten
1) Over het gasten- of vreemdeurecht, zie Th. Stolze, Entstehung das Gaste-
rechts in den Deutschen Stadten des Mittelalters (Marburg, 1901); R. Ehrénbkrg,
art. Eremdenrecht in llandwörterbuch der Staatswissensehaften.
2) Zie boven p. 62. Overigeus is deze ordonnantie wel niet de oudstede
rentmeestersrekening van 1366/69 (Heeringa, t. a. p. no. 34) vermeldt een post
van makelaardij, betaald voor den verkoop van een gestrande partij grayn de
makelaardij was toen stellig al geregeld.
3) Zie hiervoor R. Ehrénbkrg, Makier, Iiostelier und Börse in Brugge von
1316 Jahrhundert (Zeitschrift für das Ges. Handelsrecht XXX p. 403 vlg.).
4) Ordonnantie makelaardij art. 4.
5) Art. 1.
6) Art. 2.
7) Op gelijke wijze werd gehandeld, wanneer de herberg door een vrouw werd
gehouden; zie art. 3.