122 geen memorie meer en zy". De rechters wilden dus den delin quent straiten en vernietigen en het natuurlijke verstand heeft tegen de mogelijkheid hiervan geen bedenking, doch het is duidelijk, dat hoeken slechts vatbaar zijn om vernietigd doch geenszins om gestraft te worden. Van dit eenvoudig inzicht zijn de schepenen der baronie van Sint-Jansteen in Vlaanderen nochtans op wonder lijke wijze afgeweken toen zij in 1721 een schotschrift veroordeelden tot straften, die overigens slechts tegen inenschen werden toegepast, met uitzondering van het ophangen, welke doodstraf ook wel eens aan dieren werd voltrokken. Vrijvrouw der baronie was destijds Petronella Suzanna Wouters, de dochter van den veelbesproken Jacob Wouters, baron van Sint-Jansteen. In verschillende Zeeuwsche steden x) was de dood van den Koning-Stadhouder Willem III in 1702 aanleiding geweest tot heftige en langdurige burgertwisten en Jacob Wouters had in het krakeel te Tholen als een der regenten een belangrijke rol gespeeld 2). In de liooge heerlijk heid Sint-Jansteen was hij opgevolgd door zijn dochter, wier goede naam, evenals die van een oud-schepen te Hulst, Willem de Grijs, in het genoemde jaar 1721 op heftige wijze werd aange tast door een tegen hen gericht schotschrift, te Hulst en in de baronie verspreid. De gegriefden begonnen, tezamen met den baljuw, een vervolging tegen den onbekenden schrijver van het paskwil; zoo althans stelt het bovenschrift der zaak in de crimineele rol van Sint-Jansteen het voor. Bij openbaar edict gedagvaard verscheen de auteur echter niet, waarop de schepenen onmiddellijk recht deden en den eisch toewezen. Dit stuk zelf is niet bewaard, maar uit het vonnis blijkt zijn inhoud en zijn strekking. De eischers konden den schrijver niet ont dekken (achterhalen) en zij oordeelden het derhalve gepast hun eigenlijken eisch te richten niet tegen den gedaagde maar tegen het eerroovende geschrift. Welke roerselen des gemoeds de eischers 1) Zie voor de gebeurtenissen te Middelburg: Rechtshistorische opstellen, aan geboden aan Mr. S. J. Fockema Andreae, blz. 319 vlg. 2) Zelandia Illustrata, dl. I, blz. 499. De verzameling Veiiheye van Citteks, berustend op het Rijksarchief in Zeeland, bevat een omvangrijk dossier over deze zaak (portef. Tholen, no. 2).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1918 | | pagina 168