4 overstrooining geleden had, in den oorlog verbrand, zoodat er vier steden overbleven, in elk hoofdeiland eenMiddelburg, Zierikzee, Goes en Tholen. Nieuw was de opneming van Vlissingen en Veere. Deze zes steden konden iets doen. Inderdaad deed alleen iets de zeer beperkte kring, waaruit de stedelijke raden en magistraten genomen werden. Uit een zestal stedelijke colleges werden personen afgevaardigd naar de Statenvergadering. In de zeventiende en achttiende eeuw zien we vrij talrijke deputaties daarheen optrekken, maar in het tijdvak, dat we nu beschouwen, is het aantal Statenleden zeer gering geweest; zelfs in uiterst belangrijke gevallen ontwaart men dat eene stad slechts door één of twee mannen vertegenwoordigd is geweest, en dikwijls kunnen we een persoon stellen voor de plaats, uit welke hij komt. Verschillende personen komen ons ook tegen als leden van commissies. Gedurig moesten er deputaties naar Z.Exc., naar Antwerpen, Holland of Utrecht gezonden worden; de heeren die daarvan deel uitgemaakt hadden, wilden zich gaarne een volgende maal verontschuldigen, maar bezweken dikwijls voor herhaalden aandrang; zij hebben, dunkt mij, ook moeilijk kunnen ontkennen, dat wie een paar malen aan dergelijke deputaties deelgenomen had, door de daarbij opgedane ervaring meer geschikt was voor eene nieuwe zending dan iemand die nog nooit in dit geval had verkeerd. De kring van staatslieden krimpt op die wijze meer en meer in. De persoon, dien ik eerst wil noemen, is overigens geen lid van de Staten geweest. Misschien mag ik van hem zeggen, dat hij nooit de eerste, altijd de tweede plaats heeft ingenomen. Ik bedoel Mr. Chbistoffel Roels, den pensionaris van de Staten, en stel hem voorop, omdat hij mijn voornaamste zegsman is, minder om zijn ambt. Het verdient geen aanbeveling veel tijd te besteden aan de lotgevallen van ambtenaren in een tijd van omwenteling. Men begrijpt reeds te voren, dat de opkomende partij aan den eenen kant geneigd is hare aanhangers in de ambten te plaatsen, maar aan den anderen kant zich niet de hulp van ervaren dienaren wil ontzeggen; het gevolg van een en ander is eene gedeeltelijke vernieuwing van het personeel. Wie tot de gelukkigen zal behooren, die worden overgenomen, ziedaar eene vraag die voor de betrokken personen van zeer groot, voor den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1918 | | pagina 50