5
geheelen gang van zaken van uiterst weinig gewicht is. Het is
den ambtenaar geraden een goed, een voortreffelijk, een onmisbaar
man op zijn post te zijn, en voor het overige kieze hij, wanneer
hij er prijs op stelt in de nieuwe orde van zaken te blijven dienen,
den juisten tijd om de zwenking te maken van het oude naar
het nieuwe bewind. Wat de bekwaamheid van Roels betreft,
het spreekt van zelf dat een post als die van pensionaris der
Staten van Zeeland nooit door een onbekwaam mensch is bekleed.
Van geboorte was hij een Leuvenaar. Dat de eerste en laatste
bisschop van Middelburg zijn oom was, verklaart wel zijne
benoeming tot pensionaris van Prelaat en edelen, anders gezegd
van de Staten van Zeeland vóór de troebelen. Waar hij tijdens
den oorlog gebleven was, is maar ten deele duidelijk; bij de
belegeraars van Middelburg was hij natuurlijk niet, en indien hij
in de belegerde hoofdstad geweest is, heeft hij met andere
autoriteiten na de overgave moeten vertrekken. In 1571 en 1575
vinden wij hem dan in zijne oude functie werkzaam op de ver
gaderingen van de vertegenwoordigers van het alsnog den Koning
trouw gebleven deel van Zeeland, die in Brabant gehouden werden
en zich ook als Staten van Zeeland beschouwden. En dan hebben
wij een brief van hem aan den Prins, welke door Groen van
Prinsterer in de Archives <le la maison d' Orange opgenomen
is. Hij vertelt daarin, dat hij Z. Exc. bijzonder genegen is, dat
dit in de laatste tijden wel is waar niet zoozeer uitgekomen is,
maar dat Z. Exc. zich er van zal overtuigen, wanneer deze hem
slechts wil gebruiken. Eene verdienstelijke proeve van zestiende-
eeuwsclien sollicitantenstijl. Het merkwaardigste van het stuk lijkt
mij de datum, 22 September 1576. Op 6 September hadden
de Staten van Brabant en Henegouwen elk voor zich het initiatief
genomen tot eene bijeenkomst van afgevaardigden uit alle Neder-
landsche gewesten. Die uit Vlaanderen waren den 22sten te Brussel
gekomen en hadden dien eigen dag nog eene samenkomst met
de Brabanders. Op den 25sten besloten de gedeputeerden van
drie gewesten, die zich Staten-Generaal durfden noemen o. a. dat
de Raad van State afgevaardigden zou zenden naar Oranje; het
ligt voor de hand dat Brabant en Vlaanderen hierover reeds den
22sten gesproken hadden. De datum van den brief van Roei,s