7
zijn naam gezet, misschien om eene nieuwe ganzeveer te probeeren.
Voor dit doel zijn daar ook een paar spreuken neergeschreven,
tweemaal eene Fransche, en eenmaal eene Latijnsche. De eerste
luidt: „De bas en hault", een alleszins gepaste leus voor een
opkomeling; de andere: „Perieram nisi periissem"; ik zou vergaan
zijn als ik niet overgegaan was. Over de Schelde misschien?
Spreekt hier niet de voldoening van den wijze, die bijtijds het terrein
van den strijd heeft verlaten „to live once more?" Het moment,
dat hij voor zijne zwenking heeft uitgekozen, strekt zijne schran
derheid tot eer, en ook heeft hij de zaak van Oranje, toen hij
ze eens omhelsd had, trouw gediend; of hij bij een anderen loop
van zaken niet even goed de advocaat van de tegenpartij had
kunnen zijn, weet ik niet.
De notulen, die Koels gemaakt heeft en die met de bewaarde
rekeningen en een aantal losse akten en brieven mijne hoofdbronnen
uitmaken, hebben zonder twijfel als zoodanig groote waarde. Dat
van ouds niet de beraadslagingen, maar alleen de resolutiën op-
geteekend werden, is een bezwaar, dat niet geheel opgeheven
wordt door de omstandigheid dat de minderheid zich destijds niet
zoo grif als tegenwoordig bij een besluit van de meerderheid
neerlegde, zoodat in vele gevallen nader onderhandeld werd totdat
eenstemmigheid verkregen was. Bij eene redactie als deze„na
lange en menigvuldige communication en altereatiën is geresolveerd"
volgt een maatregel van ingrijpenden aard heeft de lezer
het gevoel dat hem iets zeer belangrijks onthouden wordt. De
zienswijze van de minderheid komt niet tot haar recht. Dit wordt
des te erger, wanneer dezelfde stad of groep op den duur minder
heid of oppositie is. In ons geval treft dit Middelburg. De
Zeeuwen hebben zich op deze stad erg boos gemaakt en men kan
niet zeggen dat Koels het ons gemakkelijk gemaakt heeft om de
verhouding te begrijpen. Meermalen blijkt uit zijne notulen wel,
wat de Zeeuwen over Middelburg gezegd hebben, maar de tegen
gestelde beweringen zijn uitermate onvolledig tot ons gekomen.
Wanneer wij de zaak uit de verte bekijken, lijkt ze eenvoudig
en klaar. Komen we dichter bij, dan bespeuren we allerlei lijnen,
die het beeld vertroebelen. Houden we ons derhalve eerst op een
afstand. Zeeland was in de middeleeuwen eene in hoofdzaak j