8 landbouwende provincie en is dit nu wederom. Daartusschen ligt een tijdvak, waarin de handel het voornaamste middel van bestaan was of scheen te zullen worden. Hier is geen sprake van den handel, die er altoos geweest is, in producten, die Zeeland te over voortbrengt en in die, welke het zelf behoeft, maar be paaldelijk in die welke het niet voortbrengt en niet behoeft. 26 Januari 1577 werd in de vergadering der Staten van Holland en Zeeland te Middelburg een Italiaan toegelaten, die beweerde winstgevende plannen aan de hand te kunnen doen; deze bleken te bestaan uit het winnen van zout aan de kusten van Amerika, en het uitzenden van schepen naar de Molukken en China, om vandaar specerijen en andere waren te halen. Dit is wereldhandel. Men heeft daarvoor noodig combinatievermogen, geld en schepen, ten slotte ook een plek voor havens, pakhuizen en kantoren. Dat Middelburg ook eens daarvoor uitverkoren is geweest, hangt samen met de beteekenis van Antwerpen als geldmarkt en handels metropool dat aan dien bloei een eind gekomen is, houdt verband met de opkomst van Engeland. In 1670 stelde Zeeland in de Staten-Generaal maatregelen voor in het belang van den landbouw, welke ten opzichte van den handel weder betrekkelijk in beteekenis toegenomen was en meer en meer toenemen zou. Het lijkt dus duidelijk, dat wij te maken hebben met de reactie van een landbouwend gewest tegen de eischen en de aanmatiging van eene groote handelsstad. Dat de steden inet elkander het platteland op den achtergrond drongen, is niet geschikt geweest om de principieele tegenstelling tot haar recht te doen komen. Men stond te dicht op het geval om er een goeden kijk op te krijgen, en bestreed symptomen, zonder op de kern van de zaak in te gaan. Groothandelaars zijn cosmopolieten van aanleg, en daar het wereldrijk van dien tijd het Spaansche was, vinden we onder de Mid delburgers namen als Dn Valladolid, De Mimosa, De la Palma, Perdinanuo Gomes Alkman, Gonsalo Hexrycquez, terwijl van anderen de Zuidnederlandsche herkomst vaststaat. A a den val van Antwerpen zouden er nog meer vluchtelingen komen, ten slotte ook Joden. Wanneer de Zeeuwen de Middelburgers slechte Zeeuwen vonden, hadden ze gelijkdeze hadden hen met hetzelfde recht voor bekrompen provincialen kunnen uitmaken. In de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1918 | | pagina 54